Start-ups fiscale regels
Belasting

Nieuwe fiscale regels moeten Nederlandse start-ups aantrekkelijker maken voor talent

10 november
DoorMike
Mike

Mike schrijft duidelijke, scherpe en soms eigenwijze artikelen over alles wat er speelt in Nederland en soms het buitenland. Van opvallend nieuws en slimme tips tot wonen, werk, tech en meer. Geen wollige taal of lo…

Bekijk volledige bio

Vanaf 2027 verandert er iets dat voor buitenstaanders misschien saai klinkt — maar in werkelijkheid een kleine revolutie is voor ondernemers: medewerkers van start-ups hoeven niet langer belasting te betalen op aandelen voordat ze die kunnen verkopen.

Het klinkt logisch, toch? Eerst geld krijgen, dan belasting betalen. Maar tot nu toe werkte het in Nederland anders. Een programmeur kon aandelenopties krijgen van een jong techbedrijf, maar als de Belastingdienst dat als ‘loon’ zag, moest er meteen belasting worden afgetikt. Zelfs al waren die aandelen nog waardeloos op papier.

“Het helpt, maar zonder eenvoudiger regelgeving en meer durfkapitaal blijven we achter,” zegt een analist van EY Nederland. Een zinnetje dat, eerlijk gezegd, samenvat hoe veel ondernemers zich voelen: een stap vooruit, maar het blijft ploeteren.



Waarom dit belangrijk is (en waarom het zo lang duurde)

Nederland wil een aantrekkelijk land zijn voor innovatie. We willen de nieuwe Booking.coms, Adyens en Picnics graag binnen onze landsgrenzen houden. Alleen… het beleid liep al jaren achter.

In landen zoals Duitsland of het Verenigd Koninkrijk is het al jaren normaal dat werknemers beloond worden met aandelenopties — een model dat volgens Techleap.nl essentieel is om talent te binden in een concurrerende arbeidsmarkt. In Nederland daarentegen bleef het een papieren nachtmerrie.

Met de nieuwe regeling hoeft dat dus niet meer. Pas op het moment dat aandelen geld opleveren, betaalt de medewerker belasting. Simpel. Eerlijk. En vooral: logisch.

Een stap richting Silicon Valley, maar dan met polderlogica

Nederland probeert hiermee aan te sluiten bij het internationale model, waarin stock options een vanzelfsprekend onderdeel zijn van de bedrijfscultuur. In de VS zijn aandelenopties vaak dé manier om talent te binden — zelfs meer dan salaris.

Toch zijn we hier niet in Californië. De Nederlandse aanpak blijft, hoe zal ik het zeggen… netjes. Voorzichtig. We zijn dol op kaders en regels. Waar een Amerikaanse start-up binnen twee weken een aandelenplan opzet, duurt dat hier soms maanden, inclusief accountants, notuleringen en formulieren.

Volgens de Rijksoverheid past de maatregel in een bredere actieagenda om ondernemerschap te stimuleren, met onder meer verlenging van Techleap tot 2029.

Dat wil niet zeggen dat de maatregel niet belangrijk is. Integendeel. Voor veel scale-ups is dit precies het zetje dat ze nodig hebben. Ze kunnen eindelijk personeel overtuigen om voor minder loon te werken in ruil voor aandelen, zonder hen meteen in de financiële problemen te brengen.

Maar, zoals de analist van EY al zei: zonder minder bureaucratie en meer lef blijft het dweilen met de kraan open.

Wat betekent dit concreet voor ondernemers?

Voor ondernemers verandert er op papier maar één ding: het moment waarop belasting wordt geheven. Maar de impact is groter dan dat.

Ten eerste maakt het de arbeidsmarkt eerlijker. Start-ups kunnen nu concurreren met grotere bedrijven die wél dikke salarissen betalen. Een jong bedrijf in Utrecht kan eindelijk zeggen: “We kunnen je geen BMW aanbieden, maar wél een stukje van de toekomst.”

Daarnaast geeft het oprichters meer ademruimte. Ze hoeven minder te compenseren met loon, wat hun cashflow verbetert. In een tijd waarin investeringen moeilijker te krijgen zijn, is dat cruciaal.

Toch blijft het niet zonder haken en ogen. Veel start-ups hebben nog geen idee hoe ze een goed aandelenoptieplan moeten opzetten. Er komt administratie bij kijken, juridische afspraken, notarisbezoeken, aandeelhoudersovereenkomsten — het is geen plug-and-play verhaal.

Volgens een analyse van PwC Nederland is kennis van aandelenstructuren in Nederland nog “zorgwekkend laag” bij jonge bedrijven. “Iedereen roept dat het makkelijker wordt, maar ik zie nog geen wet die zegt dat de Belastingdienst plots soepeler wordt,” zegt een fiscalist droogjes.

De realiteit: wie profiteert er echt?

Dat is misschien wel de meest Nederlandse vraag van allemaal. Want ja, deze regeling helpt — maar vooral de bedrijven die al iets te verliezen of te winnen hebben.

De jonge start-up die nog geen euro omzet draait, heeft weinig aan een regeling voor aandelenopties. Aandelen zijn pas iets waard als er waarde is. Voor kleine teams die nog overleven op koffie, pizza en hoop, blijft dit dus vooral iets voor later.

De echte winnaars zijn de scale-ups, de bedrijven die net over die eerste hobbel heen zijn. Denk aan softwarebedrijven, cleantech-start-ups of biotechfirma’s die al serieuze investeerders hebben. Die kunnen nu talent binnenhalen dat anders naar Londen of Berlijn zou vertrekken.

In een analyse van BNR Nieuwsradio wordt zelfs gewaarschuwd dat “grote deals groter worden, terwijl kleine bedrijven moeite houden om voet aan de grond te krijgen”.

Toch zit er ook een symbolische waarde in de maatregel. Het laat zien dat Nederland eindelijk begrijpt dat innovatie draait om mensen — niet alleen om cijfers.

Ondernemerschap in Nederland blijft een spagaat

We willen vernieuwen, maar houden van regels. We willen risico nemen, maar liefst met vangnet. Die spanning voel je in alles wat met ondernemen te maken heeft.

De NOS schreef eerder al hoe techondernemers “ten onder dreigen te gaan aan idiote regelgeving.” En eerlijk is eerlijk: dat gevoel leeft breed.

Deze nieuwe regeling is een stap de goede kant op. Ze maakt ondernemen iets eerlijker, iets aantrekkelijker. Maar om echt het verschil te maken, moet Nederland ook durven loslaten: minder formulieren, snellere beslissingen, meer vertrouwen.

Geen wondermiddel…

De nieuwe fiscale regels voor start-ups zijn geen wondermiddel, maar wel een broodnodige correctie op een scheef systeem. Ze geven start-ups meer ruimte om talent aan te trekken, en medewerkers meer zekerheid dat hun beloning geen financiële strop wordt.

Nederland komt met deze stap iets dichter bij de wereld van Silicon Valley — maar blijft, gelukkig of helaas, gewoon Nederland: verstandig, degelijk, en een tikje bureaucratisch.

Als de overheid echt wil dat we Europees koploper worden in innovatie, dan is dit het begin van een lange tocht. Met iets minder papierwerk en iets meer lef zouden we misschien verder komen dan ooit.


FAQ – veelgestelde vragen over de nieuwe fiscale regels voor start-ups

1. Wat verandert er precies in 2027?
Medewerkers betalen pas belasting over hun aandelenopties wanneer ze die verkopen, in plaats van op het moment dat ze ze krijgen toegewezen.

2. Waarom is dat belangrijk voor start-ups?
Omdat het jonge bedrijven helpt talent aan te trekken zonder dat medewerkers direct met hoge belastingkosten worden geconfronteerd.

3. Wie profiteert het meest van deze regeling?
Vooral scale-ups en bedrijven die al waarde hebben opgebouwd. Voor vroege start-ups met een lage waardering is de impact kleiner.

4. Geldt dit ook voor buitenlandse werknemers?
Ja, in principe wel, zolang de aandelen en arbeidsovereenkomst binnen Nederland worden belast.

5. Betekent dit dat start-ups nu geen loonbelasting meer hoeven te betalen?
Nee, het verandert alleen het moment van belastingheffing. Zodra de aandelen verkocht worden, betaalt men alsnog belasting over de opbrengst.

6. Wanneer treedt de wet in werking?
Volgens de huidige planning op 1 januari 2027.

7. Wat kan ik als ondernemer nu al doen?
Laat je adviseren over een aandelenoptieplan en bekijk met een fiscalist hoe je dat juridisch en administratief kunt voorbereiden.

Relevante artikelen

Bekijk meer