Het rommelt alweer bij Ben & Jerry’s en Unilever. De ijsmaker ligt opnieuw overhoop met zijn moederbedrijf, en dit keer lijkt het menens: CEO Dave Stever is ontslagen. Volgens Ben & Jerry’s is dat puur omdat hij weigerde het activisme van het merk in te dammen. Het hele gedoe laat zien hoe lastig het is voor een maatschappelijk betrokken merk om zich staande te houden binnen een megaconcern als Unilever.
Gedwongen exit?
In een aanklacht bij de rechtbank in New York beweert Ben & Jerry’s dat Unilever het personeel, inclusief Stever, onder druk heeft gezet om minder uitgesproken te zijn. Stever zelf zou eruit zijn gegooid omdat hij zich niet liet muilkorven. Unilever had er genoeg van: minder activisme, meer ijs verkopen.
Stever dacht daar anders over. Hij is dan ook al 34 jaar verbonden aan Ben & Jerry’s, begon ooit als fabrieksgids en groeide uit tot de grote baas. Begin maart werd zijn ontslag intern bekendgemaakt.
Lang lopend gedoe
Dit conflict komt niet uit de lucht vallen. Ben & Jerry’s wil zich vrijuit uitspreken over politieke en sociale kwesties, terwijl Unilever liever neutraal blijft. Dat botst.
Er loopt al een censuurzaak tegen Unilever omdat het moederbedrijf vorig jaar een steunbetuiging aan Gaza en een kritische post over Trump zou hebben tegengehouden. Ben & Jerry’s had zich tijdens Trumps eerste termijn al fel tegen hem uitgesproken en bracht zelfs een anti-Trump-ijssmaak (PeCan Resist) uit.
De mogelijke invloed van investeerder Nelson Peltz, een bekende Trump-aanhanger en sinds 2022 bestuurslid bij Unilever, wordt ook genoemd. Hij zou zelfs degene zijn die Elon Musk aan Trump heeft voorgesteld.
Activisme vs. winst
Ben & Jerry’s en Unilever zijn sinds 2000 aan elkaar verbonden, maar dat is nooit een gelukkig huwelijk geweest. Oprichters Ben Cohen en Jerry Greenfield begonnen hun ijsbedrijf in 1978 met een sociale missie, en die mentaliteit zit er nog steeds in. Maar Unilever kocht het in 2000 voor 326 miljoen dollar en heeft als doel: zoveel mogelijk winst maken.
Om ervoor te zorgen dat het activisme behouden bleef, kwam er een onafhankelijke raad van bestuur die Unilever in toom moest houden. Maar Ben & Jerry’s zegt nu dat Unilever die raad probeert te ontmantelen.
Het Israël-Gaza dilemma

Het conflict escaleerde in 2021, toen Ben & Jerry’s stopte met de verkoop van ijs in de door Israël bezette Palestijnse gebieden. Israël was woest, Amerikaanse aandeelhouders ook. Sommige staten haalden hun Unilever-aandelen zelfs uit hun pensioenfondsen.
Unilever verkocht in 2022 de Israëlische tak aan een lokale licentiehouder, waardoor Ben & Jerry’s ijs alsnog in de regio te koop kwam. Daarop sleepte Ben & Jerry’s Unilever voor de rechter. In november 2024 ging het opnieuw mis: Unilever zou geprobeerd hebben een oproep tot een staakt-het-vuren in Gaza tegen te houden.
Unilever wil er van af
Unilever lijkt wel klaar met Ben & Jerry’s. Voormalig topvrouw Hanneke Faber gaf al toe dat het een fout was om het merk zo’n onafhankelijke positie te geven.
Unilever is bezig met een grote reorganisatie: het bedrijf wil zich focussen op de 30 meest winstgevende merken en splitst de ijsdivisie af. De Vegetarische Slager staat al in de etalage, en Ben & Jerry’s lijkt op termijn ook niet meer in het plaatje te passen.
Terug naar de oprichters?
Volgens Bloomberg overwegen Cohen en Greenfield hun merk terug te kopen, maar Unilever zegt dat Ben & Jerry’s niet los te koop is. Econoom Peter Depauw denkt dat het merk beter af zou zijn met een ander eigenaarschap, bijvoorbeeld een systeem waarbij het eigendom niet bij aandeelhouders ligt, maar bij stewards die de missie bewaken.
Hij trekt de vergelijking met The Body Shop, dat ooit een pionier was op het gebied van duurzame cosmetica, maar zijn ziel verloor na de verkoop aan L’Oréal. Het merk ging uiteindelijk failliet. “Als Ben & Jerry’s niet oppast, kan het dezelfde kant op gaan,” waarschuwt hij.