Clickgedrag verandert snel. SEO in 2025 is niet meer wat het ooit was. En dat is maar goed ook. Want wie vandaag nog dezelfde tactieken gebruikt als vijf jaar geleden, staat morgen gegarandeerd onderaan in Google. Alles verandert – sneller dan je “zoekwoorddichtheid” kunt zeggen.
Maar wat betekent dat concreet? Waar moet je op letten als je nu een site bouwt, of als je al jarenlang probeert om die tweede pagina van Google te verlaten? Hieronder duiken we in de trends van dit moment. En ja, sommige klinken als buzzwords. Maar geloof me, ze zijn echt. En belangrijker nog: ze werken.
Van AI tot Zero Click
1. AI, AEO, GEO… en andere afkortingen die je nu maar beter leert kennen
We moeten het over AI hebben. Ja, alweer. Maar dit keer is het serieus.
Google is begonnen met de uitrol van iets dat ze Search Generative Experience noemen. Klinkt ingewikkeld. Is het ook een beetje. In de praktijk betekent het dat Google op basis van AI hele antwoorden gaat voorschotelen, direct boven de zoekresultaten. Dus nog voordat iemand jouw zorgvuldig geschreven artikel ziet? Bam, ze hebben het antwoord al gelezen. In Google’s woorden.
Als je denkt: “Nou, lekker dan,” dan voel ik met je mee. Maar dat betekent niet dat je moet afhaken. Integendeel. Wat je nu moet doen, is je content zó schrijven dat AI ermee aan de haal kan — en dat jij alsnog zichtbaar blijft. Denk: gestructureerde Q&A’s, duidelijke headings, en vooral… waarde. Niet zomaar tekstvulling.
Een voorbeeld: stel je verkoopt tuinmeubels. Voeg dan een vraag toe zoals: “Wat is het verschil tussen teakhout en acaciahout?” En geef daar een eerlijk, beknopt én bruikbaar antwoord op. Grote kans dat AI jou citeert. Of althans, je website.
Lees ook: SEO versus GEO: waarom het wél uitmaakt
2. Zero-click? Zero zin? Niet helemaal.
Oké, pijnlijk punt. Zero-click searches nemen toe. Oftewel: mensen googelen iets, krijgen direct een antwoord, en klikken nergens meer op. Je zou bijna denken: waarom doe ik dit nog?
Toch zit hier een kans. Want als jouw content het antwoord is dat Google toont — bijvoorbeeld in een featured snippet — dan win je alsnog zichtbaarheid. Autoriteit, zelfs.
Maar daarvoor moet je wel slim zijn. Schrijf je stukken alsof je iemand een korte uitleg geeft bij de koffieautomaat. Snel, bondig, to the point. Begin met de kern, dan de uitleg. Denk: “Wat is een canonical tag?” en dan: “Een manier om Google te vertellen welke versie van een pagina de ‘echte’ is.” Geen gedraal. Je bent niet Shakespeare.
3. Core Web Vitals: saai, maar essentieel
Weet je nog dat je vroeger een website opstartte met een paar WordPress-plugins en een matige hosting? Ja, die tijden zijn voorbij.
Google kijkt nu steeds strenger naar snelheid, stabiliteit en gebruiksgemak. Core Web Vitals noemen ze dat. Dingen als hoe snel je pagina laadt (LCP), hoe snel je erop kunt klikken (INP), en of je layout verspringt als je probeert te scrollen (CLS). Vervelend? Soms. Belangrijk? Absoluut.
4. E‑E‑A‑T: niet gewoon wat letters, maar Google’s nieuwe lieveling
Experience, Expertise, Authoritativeness, Trustworthiness. Jep, een hele mond vol. Maar E‑E‑A‑T is de meetlat waarlangs jouw content gelegd wordt.
Als jij schrijft over zonnepanelen, dan wil Google weten of jij dat ook echt snapt. Heb je ervaring? Ben je installateur? Schrijf je vaker over duurzame energie? Of gebruik je gewoon ChatGPT en hoop je dat niemand het merkt?
Maak jezelf zichtbaar. Voeg auteursinfo toe. Laat zien dat je snapt waar je over praat — en link naar bronnen die dat ondersteunen. Denk aan whitepapers, interviews, of zelfs klantcases. Iets tastbaars.
5. Voice Search en visuele zoekopdrachten (yep, ook dat nog)
Mensen zoeken steeds vaker met hun stem. “Hey Google, waar kan ik een kinderfiets kopen in Utrecht?” — dat soort dingen.
Je content moet daarop inspelen. Gebruik spreektaal. Voeg vragen toe zoals: “Wat kost een kinderfiets gemiddeld?” En geef daar een helder antwoord op. Geen jargon. Geen geneuzel.
En vergeet visuele zoekopdrachten niet. Google Lens, Pinterest Lens — mensen maken een foto van een product, en zoeken daarmee. Zorg dat je afbeeldingen alt-teksten hebben. En nee, “IMG_2323.jpg” telt niet.
6. Lokale SEO: dichterbij dan je denkt
Als jij een loodgieter in Haarlem bent, heeft het geen zin om landelijk te scoren op “lekkende kraan.” Focus je op je omgeving. Maak pagina’s per wijk, voeg lokale recensies toe, en optimaliseer je Google Bedrijfsprofiel.
Klinkt simpel. Is het ook. Maar niemand doet het écht goed.
7. Video en contentclusters
Video wordt steeds belangrijker. Mensen willen zien, niet lezen. Zet dus een camera op je gezicht en leg dingen uit. Klinkt eng? Is het ook. Maar het werkt.
En denk na over contentclusters: één hoofdpagina (“Alles over warmtepompen”) met daaronder subpagina’s (“Kosten warmtepomp,” “Subsidie,” “Installatie,” enzovoort). Goed voor de structuur. Lekker voor Google. En handig voor je bezoeker.
Perfect bestaat niet (en dat is oké)
SEO in 2025 is niet zwart-wit. Soms schrijf je het perfecte stuk en scoor je niks. Soms tik je iets vluchtig in en sta je ineens op 1.
Laat je daar niet door ontmoedigen. Blijf testen. Blijf meten. En vooral: blijf schrijven zoals jij dat doet. Met een beetje persoonlijkheid, een beetje verstand van zaken — en af en toe een knipoog.
Dat werkt. Echt waar.
