Nieuwbouwprojecten roepen vaak zowel hoop als scepsis op. Terwijl sommige ambities klinken als futuristische utopie, zijn ze in andere gevallen realistische antwoorden op dringende woningnood. Maar hoe zit het precies in Nederland? Kunnen we écht nieuwe steden bouwen of blijft het bij plannen op papier?

Index
Van New Towns naar verouderde wijken
In de jaren ’60 en ’70 ontstonden in Nederland de zogenaamde New Towns—geplande kernen zoals Almere, Zoetermeer en Nieuwegein—als antwoord op de verstedelijkingsdruk en woningnood in grote steden. Inmiddels wonen ruim één miljoen mensen in deze gebieden. Maar deze snel opgebouwde wijken kampen met structurele problemen zoals verouderde infrastructuur, slechtere leefbaarheid en een afnemende samenhang in de gemeenschap.
Dit illustreert hoe bouwvisies die begonnen als veelbelovend, na decennia juist een risico kunnen vormen zonder tijdige vernieuwing en investeringen.

Nieuwe plannen: twaalf steden van 150.000 inwoners?
Journalist Sjuul Paradijs deed onlangs een opvallende oproep: Nederland moet nadenken over grootschalige toekomstplanning door twaalf volledig nieuwe steden te bouwen, elk met minimaal 150.000 inwoners. Hij haalt inspiratie uit het Britse ‘Labour New Towns’-model. Volgens Paradijs ontbreekt het in Nederland aan ambitie en visie voor dit soort grootschalige projecten. WNL
Hoewel meeslepend, schetst het plan een scenario dat velen misschien onrealistisch vinden—met name gezien de schaal en de benodigde planning, financiering en lange termijn governance. De verkiezingscampagne’s laten ambitieuze plannen zien.
Wat doet de overheid concreet?
Gelukkig zijn er wél concrete stappen in uitvoering. Met de Nota Ruimte zijn nieuwe grootschalige woningbouwlocaties benadrukt, waarbij minimaal 3.500 woningen gepland worden rond Alkmaar, Apeldoorn, Hengelo/Enschede en Helmond. Daarnaast zijn in totaal 24 locaties benoemd als ‘doorbraaklocaties’ waar versneld bouwen nodig is—ook in Noord- en Zuid-Holland, Brabant en Flevoland.
Het kabinet reserveerde €5 miljard voor woningbouw en €2,5 miljard voor infrastructuur, om deze ontwikkelingen in goede banen te leiden.

Wat maakt nieuwe steden zo ingewikkeld?
Het voorbeeld van Meerstad, een geplande plaats in Groningen die sinds 2007 in ontwikkeling is, toont de uitdagingen in de praktijk. Van de beoogde 10.000 woningen tegen 2026 zijn er tot 2014 nog geen 200 gerealiseerd. De prognoses moesten drastisch worden bijgesteld: naar 6.000 woningen pas rond 2035. Totale verliezen liepen op tot meer dan €100 miljoen.
Ook Lanxmeer in Culemborg (een ecologische wijk), Sluisbuurt in Amsterdam en de Stad van de Zon laten zien dat innovatieve nieuwbouw wél mogelijk is — maar doorgaans in veel kleinere schaal en met veel meer tijd en inzet voor duurzaamheid en leefkwaliteit.

Lees ook:
Kans of illusie?
Nederland zoekt oplossingen voor de woningnood, en dat vraagt om visionair denken én realistische uitvoering. Volledig nieuwe steden van nul opbouwen klinkt aantrekkelijk, maar brengt serieuze risico’s en uitdagingen met zich mee, zoals we zagen bij Meerstad.
Tegelijkertijd is de inzet op grotere woonwijken rond bestaande steden en herontwikkeling van verouderde gebieden wél tastbaar, planbaar en al in uitvoering.
Kortom: nieuwe steden zijn geen utopie, maar flexibel denken, sterke governance, stapsgewijze bouw en duurzame investeringen maken ze realistisch. Alleen: een doordacht pad heeft meer kans op succes dan een sprong in het diepe.