Hoe Trump Reagan’s NAFTA-visie Ontwrichtte
Handel drijft de economie, en dat begreep Ronald Reagan als geen ander. In de jaren ’80 had hij een simpel maar krachtig idee: laat Noord-Amerika een grote vrijhandelszone worden, zodat bedrijven makkelijker zaken kunnen doen en iedereen ervan profiteert. Dit idee werd uiteindelijk werkelijkheid met het Noord-Amerikaanse Vrijhandelsakkoord (NAFTA), dat in 1994 van kracht werd. Het doel? Economische groei, een betere samenwerking tussen de VS, Canada en Mexico, en een sterkere Noord-Amerikaanse positie op het wereldtoneel.
Maar toen kwam Donald Trump, en die zag het allemaal anders. Voor hem was NAFTA geen succes, maar een ramp. Hij vond dat het Amerikaanse banen de grens over dreef en dat het een slecht akkoord was voor de VS. Zijn oplossing? NAFTA in de prullenbak en een nieuw akkoord opstellen: de United States-Mexico-Canada Agreement (USMCA). Maar hoe verschillend is Trump’s aanpak eigenlijk van Reagan’s droom? En wat zijn de gevolgen van deze draai in het beleid? Laten we het uitpluizen.
Reagan’s idee: Vrijhandel als sleutel tot succes
Reagan was een groot voorstander van vrijhandel. Zijn gedachtegang was vrij simpel: als landen makkelijker zaken kunnen doen zonder al te veel gedoe, dan wordt de economie sterker. Bedrijven profiteren, consumenten krijgen betere prijzen en Noord-Amerika wordt een economische grootmacht die de concurrentie met bijvoorbeeld China en de EU aankan.
NAFTA, dat uiteindelijk werd ondertekend door president George H.W. Bush en officieel van start ging onder Bill Clinton, schafte veel invoerrechten af en maakte handel tussen de drie landen soepeler. En dat werkte: de handel in Noord-Amerika groeide als kool en bedrijven profiteerden van lagere kosten. Reagan zou trots geweest zijn: zijn visie werd werkelijkheid.
Trump’s handelsbeleid: America First
Maar Trump zag het totaal anders. In zijn ogen zorgde NAFTA ervoor dat grote Amerikaanse bedrijven massaal hun productie naar Mexico verplaatsten, waardoor fabrieken in de VS dichtgingen en mensen hun baan verloren. Tijdens zijn verkiezingscampagne in 2016 noemde hij NAFTA “het slechtste handelsverdrag ooit” en beloofde hij er korte metten mee te maken.
Zijn oplossing? Protectionisme. Hij wilde Amerikaanse bedrijven en werknemers beschermen door invoerrechten te verhogen en strengere regels op te leggen. In 2020 verving hij NAFTA door de USMCA, met een aantal stevige wijzigingen:
- Hogere invoerrechten: Trump voerde extra belastingen in op producten zoals staal en aluminium uit Canada en Mexico, om zo de Amerikaanse industrie te beschermen.
- Strengere regels voor de auto-industrie: Autofabrikanten moesten nu minstens 75% van hun onderdelen uit Noord-Amerika halen (voorheen 62,5%) en een deel van de productie moest plaatsvinden in landen waar arbeiders minstens $16 per uur verdienden.
- Meer bescherming voor Amerikaanse boeren: Canada moest de Amerikaanse melkveehouderij meer toegang geven tot hun markt.
Wat veranderde er écht?
De overgang van NAFTA naar USMCA zorgde voor flinke opschudding. Sommige sectoren zagen er voordelen in, terwijl anderen juist last kregen van de strengere regels. Dit waren de grootste gevolgen:
- Supply chains op z’n kop Bedrijven waren gewend aan de soepele handel onder NAFTA. Toen de regels strenger werden, moesten ze hun hele productieketen opnieuw bekijken. Dit leidde tot hogere kosten en een hoop hoofdpijn voor grote industrieën, zoals de auto- en techsector.
- Meer gedoe tussen de VS, Canada en Mexico Reagan wilde Noord-Amerika dichter bij elkaar brengen, maar Trump’s aanpak leidde juist tot meer spanningen. Canada en Mexico waren niet blij met de nieuwe importtarieven en reageerden met hun eigen maatregelen, waardoor sommige Amerikaanse exportproducten ineens een stuk duurder werden.
- Hogere productiekosten Omdat bedrijven meer in de VS moesten produceren en arbeiders hogere lonen moesten krijgen, werden veel producten duurder. Goed voor Amerikaanse werknemers, maar minder leuk voor de consument, die uiteindelijk meer moest betalen.
- De VS verliest invloed in de wereldhandel Terwijl Trump zich vooral richtte op binnenlandse productie, maakten China en de EU juist nieuwe handelsafspraken en breidden ze hun invloed uit. Dit maakte de VS minder dominant op het wereldtoneel.
Reagan vs. Trump: Twee totaal verschillende visies
Reagan en Trump keken compleet anders naar handel. Reagan zag vrijhandel als dé manier om Noord-Amerika economisch te laten groeien en sterk te maken, terwijl Trump het juist als een bedreiging zag voor Amerikaanse banen.
Heeft Trump’s aanpak gewerkt? Dat hangt ervan af aan wie je het vraagt. Voor sommige industrieën, zoals de staal- en auto-industrie, bracht het kortetermijnvoordelen. Maar veel andere bedrijven en consumenten moesten vooral dealen met hogere kosten en minder stabiliteit.
Lees ook: Trump als president: 6 van zijn aangrijpende plannen
De grote vraag is: zal de VS ooit teruggaan naar Reagan’s vrijhandelsvisie? Of blijft protectionisme de norm? Dat zal afhangen van de volgende Amerikaanse presidenten. Eén ding is zeker: Trump’s handelsbeleid heeft de spelregels in Noord-Amerika compleet veranderd.