De strijd om wie de baas wordt over het internet vanuit de ruimte is écht losgebarsten. Wat begon als een sciencefiction-achtig idee – wereldwijd internet via satellieten – is nu een keiharde realiteit geworden. Elon Musk is al jaren lekker bezig met zijn Starlink, Amazon begint eindelijk serieus te worden met Project Kuiper, en Europa? Dat laat zich niet meer aan de kant schuiven.
Starlink: Elon Musk in pole position
Laten we eerlijk zijn: Elon Musk heeft een flinke voorsprong. Met Starlink heeft hij inmiddels meer dan 7.000 satellieten in een lage baan rond de aarde. Het doel? Iedereen, waar ook ter wereld, toegang geven tot razendsnel internet. Ja, dat kost geld – het blijft Musk – maar het werkt. Overal ter wereld – ook op plekken waar traditionele netwerken het laten afweten – kunnen mensen dankzij Starlink online, zolang ze een schotel en abonnement hebben.

Maar die dominantie komt met risico’s. Stel dat Starlink morgen uitvalt – door technische problemen, cyberaanvallen of politieke ruzies – dan zit de wereld behoorlijk in de knel. En precies daarom zoeken overheden naar alternatieven.
Amazon komt eraan
Vanaf deze week mag ook Amazon zich officieel mengen in deze satellietstrijd. Ze lanceren hun eerste 27 satellieten van Project Kuiper met een Atlas V-raket vanuit Florida. Het is pas het begin, maar de plannen zijn groots: in totaal moeten er ruim 3.200 satellieten komen, allemaal in een lage baan om de aarde.
Amazon heeft hiervoor meer dan 80 raketlanceringen geboekt bij partijen als Arianespace, Blue Origin (van Jeff Bezos zelf) en zelfs concurrent SpaceX. Ze bouwen hun eigen satellieten, antennes én terminals, en hebben inmiddels ruim 2.000 mensen op het project gezet. Ambitie? Check.
Europa roert zich: Eutelsat en IRIS²
En dan Europa. Die hebben tot nu toe een beetje toegekeken vanaf de zijlijn, maar dat is nu voorbij. Het Brits-Franse Eutelsat is dé Europese uitdager en krijgt daarbij hulp van een enorm project: IRIS² – wat staat voor Infrastructure for Resilience, Interconnectivity and Security by Satellite (je weet wel, EU houdt van afkortingen).

IRIS² moet tegen 2030 zorgen voor een eigen Europees satellietnetwerk. De EU pompt er 6,5 miljard euro aan publiek geld in, bedrijven – waaronder Eutelsat – leggen nog eens 4 miljard op tafel. Doel: niet meer afhankelijk zijn van Amerikaanse of Chinese netwerken. En dat is best handig in tijden waarin geopolitiek en digitale veiligheid zwaarder wegen dan ooit.
Eutelsat: de slimme middenweg
Wat maakt Eutelsat dan zo bijzonder? Nou, ze hebben een zogenaamd multi-orbit netwerk. Simpel gezegd: ze hebben satellieten die héél hoog hangen (geostationair, op 36.000 km hoogte) en anderen die lekker dichtbij draaien (op 1.200 km hoogte). Die eerste groep is goed voor wereldwijde dekking, die tweede groep zorgt voor snelheid zonder vertraging – ideaal voor bijvoorbeeld videobellen of online gamen.

In 2023 fuseerde Eutelsat met het Britse OneWeb, dat al zo’n 650 LEO-satellieten had rondvliegen. Daarmee hebben ze als enige ter wereld een netwerk dat het allebei kan: globale dekking én lage latentie. Volgens CEO Eva Berneke is dat “de slimme oplossing”, in tegenstelling tot Musk’s “dure en overdreven” aanpak. “We hoeven toch geen internet boven de oceaan te pushen als daar niemand zit?” zegt ze droogjes.
Oekraïne en geopolitiek
De oorlog in Oekraïne heeft nog eens pijnlijk duidelijk gemaakt hoe belangrijk satellietinternet is. Starlink speelt daar een cruciale rol – vooral in militaire communicatie. Maar wat als dat niet meer beschikbaar is? Europese regeringen kloppen al bij Eutelsat aan. Helaas: 40.000 terminals vervangen lukt nu nog niet, zegt Berneke. “Laten we daar eerlijk over zijn.” Wel kunnen ze ondersteuning bieden op een paar cruciale plekken.
Toch is er één groot nadeel: de systemen van Eutelsat zijn momenteel duurder en minder gebruiksvriendelijk dan die van Starlink. Antennes moeten precies gericht worden, de apparatuur is zwaarder, en het gebruik is minder intuïtief. Daar wordt aan gewerkt – maar het laat zien dat Europa nog niet op gelijke hoogte zit.
Geld, schuld en concurrentiestrijd
Eutelsat heeft dus een goede uitgangspositie, maar ook flinke uitdagingen. Ze zitten opgezadeld met een stevige schuldenlast: 2,7 miljard euro eind 2024. En dat terwijl de omzet op zo’n 1,2 miljard ligt. Bovendien moeten de OneWeb-satellieten dringend geüpdatet worden, wat naar schatting 4 miljard euro gaat kosten.
Berneke wil dat gefaseerd doen, stap voor stap, en zoekt nog investeringspartners. Maar ze is er ook duidelijk over laat ze aan de Financial Times weten: “We kunnen dit zelf, al duurt het dan wel wat langer.”
Ondertussen probeert Eutelsat ook mee te dingen naar een gigantisch contract van de Italiaanse overheid (1,5 miljard euro). Starlink had dat bijna binnen, maar de Italiaanse regering twijfelt door het onvoorspelbare gedrag van Musk. De onderhandelingen liggen nu stil – en Eutelsat ruikt zijn kans.
En dan? Wat brengt de toekomst?
Eutelsat gokt erop dat de wereld behoefte heeft aan drie tot vier grote aanbieders van satellietinternet. En hoewel Amazon en Starlink de bekendste zijn, ziet Berneke nog ruimte. Tot andere spelers als Apple (dat aandelen heeft in GlobalStar) of het Chinese Shanghai Spacecom met duizenden satellieten komen, blijft Eutelsat een serieuze naam.
Het wordt dus spannend. Wie wordt de dominante speler in de ruimte? Gaat Europa z’n eigen boontjes doppen? En hoe lang blijft Musk op kop?
Wat in elk geval duidelijk is: de ruimte is niet langer alleen het domein van raketten, rovers en wetenschappers. Het is nu ook een keiharde markt geworden. Met miljarden aan investeringen, geopolitieke belangen en een groeiend leger aan satellieten boven ons hoofd.