Er komt een AI-fabriek in Nederland. Niet letterlijk met lopende banden en ronkende robots – het gaat om een hightech faciliteit waar bedrijven, wetenschappers en ambtenaren kunnen sleutelen aan kunstmatige intelligentie. De investering? Zo’n 130 miljoen euro, opgebracht door het kabinet en de regio Groningen. Als Brussel ook nog meedoet, kan dat bedrag oplopen tot 200 miljoen.
Demissionair minister Vincent Karremans (Economische Zaken, VVD) maakte het nieuws bekend in een brief aan de Tweede Kamer. “Geen luxe, maar pure noodzaak”, noemde hij het project. Hij heeft de AI-portefeuille overgenomen van de eerder vertrokken Dirk Beljaarts, en lijkt vastberaden om in elk geval iets tastbaars achter te laten – al is het maar een serverruimte vol knipperende lampjes in Groningen.
Van aardbeving naar AI-fabriek

Rekenkracht als grondstof
Centraal in de plannen staat een supercomputer. Niet zo eentje die de koelkast open doet of je koffiezetapparaat aanstuurt – dit apparaat gaat vooral heel goed en heel snel rekenen. En dat is nodig, want wie met AI aan de slag wil, heeft een boel rekenkracht nodig. Modellen trainen, patronen herkennen, voorspellingen doen: het kost allemaal enorme hoeveelheden energie en data.
De nieuwe faciliteit moet een soort open lab worden voor allerlei partijen: van start-ups met wilde plannen tot wetenschappers met tijdsdruk. Ook overheden mogen aanschuiven. Karremans: “Het is een groot deel van de economie van de toekomst.”
Groningen als tech-hub?

De keuze voor Groningen is opvallend, al komt het niet uit de lucht vallen. De regio beschikt over ruimte, energie, en – niet onbelangrijk – geld uit het Nationaal Programma Groningen, opgezet na de aardbevingsellende van de gaswinning. Uit dat fonds komt 60 miljoen euro voor de AI-fabriek.
Je kunt het ironisch noemen: jarenlang voelde Groningen zich genegeerd in Den Haag, en nu wordt het de plek waar ‘de toekomst van Nederland’ vorm moet krijgen. Een paar jaar geleden was het er nog vooral stil, op wat protesten na. Nu komen er misschien Tesla’s met professoren aanrijden.
Defensie en data
Ook het ministerie van Defensie doet een duit in het zakje. Niet gek, want AI kan helpen om bedreigingen sneller in beeld te krijgen – denk aan cyberaanvallen of verdachte patronen in satellietbeelden. Het klinkt misschien als sciencefiction, maar het gebeurt nu al, alleen nog vaak in andere landen.
Andere toepassingen? Denk aan slimmere ziekenhuizen, bruggen die zelf waarschuwen voor slijtage, of overheidsdiensten die niet drie weken nodig hebben om een formulier te verwerken. Al moet je bij dat laatste altijd eerst maar eens zien of er überhaupt wifi is op het gemeentehuis.
Realistisch blijven
Toch blijft het beeld dubbel. Want hoe ambitieus de plannen ook klinken, 200 miljoen is in het internationale AI-spelletje niet meer dan wisselgeld. In de VS en China wordt met tientallen miljarden gesmeten. Karremans zegt dat zelf ook: “We kunnen nooit concurreren met Amerika of China. Maar we moeten wel zorgen dat we niet helemaal achteraan komen te lopen.”
Nederland wil dus meedoen. Niet winnen, niet domineren – maar gewoon, erbij horen. Misschien is dat al ambitieus genoeg.