Stedentrips in Oost Europa
Reizen

Stedentrips in Oost Europa: waarom Nederlanders steeds vaker oostwaarts reizen

30 augustus
DoorMike
Mike

Mike schrijft duidelijke, scherpe en soms eigenwijze artikelen over alles wat er speelt in Nederland en soms het buitenland. Van opvallend nieuws en slimme tips tot wonen, werk, tech en meer. Geen wollige taal of lo…

Bekijk volledige bio

Waarom Nederlanders massaal voor stedentrips in Oost Europa kiezen

Ergens in de afgelopen tien jaar is er iets veranderd in ons reisgedrag. Waar we vroeger bijna automatisch richting Parijs of Londen vlogen voor een stedentrip, hoor je nu steeds vaker iemand zeggen: “We waren in Boedapest. Echt geweldig.” Of: “Krakau, joh, dat moet je echt een keer doen.”

En eerlijk? Het klopt. Oost Europa heeft de afgelopen jaren een soort magische aantrekkingskracht gekregen. Niet alleen omdat het goedkoop is (al speelt dat zeker mee), maar ook omdat je er dingen vindt die je in het Westen een beetje kwijtgeraakt bent: authenticiteit, rauwe charme, en dat gevoel dat je nog écht iets ontdekt.

Cityscape bij zonsondergang, panorama, banner - uitzicht op de historische wijk van Hradcany met het kasteelcomplex Prague Castle, Praag, Tsjechië
uitzicht op de historische wijk van Hradcany met het kasteelcomplex Prague Castle, Praag, Tsjechië / Foto: Shutterstock


Betaalbaarheid die je voelt in je portemonnee

Laten we maar meteen met de voordeur in huis vallen: geld. Reizen is duur geworden. Zelfs een weekendje weg in eigen land kost tegenwoordig bijna hetzelfde als een retourtje naar Spanje.

In Oost-Europa ligt dat anders. Voor een paar tientjes slaap je in een hotel dat in Amsterdam minstens drie keer zo duur zou zijn. En eten? Iemand zei me ooit: “In Krakau aten we drie gangen met wijn voor 18 euro, en het voelde niet eens goedkoop, het voelde normaal.”

Dat gevoel wordt bevestigd door cijfers: de gemiddelde dagelijkse kosten in Oost-Europese steden liggen rond de €50, terwijl je in West-Europa al snel het dubbele of driedubbele kwijt bent.

Famous Szechenyi Chain Bridge, symbol of Budapest, Hungary, summer sunset view
Beroemde Széchenyi-kettingbrug, symbool van Boedapest, Hongarije / Foto: Shutterstock

Een halve liter bier in Praag kost minder dan een flesje water in Londen. En Boedapest? Daar ga je naar een historische spa voor een bedrag waar je in Parijs nog geen metrokaartje voor koopt. Volgens de jaarlijkse City Costs Barometer is Riga zelfs de goedkoopste Europese stad voor een stedentrip, met alles inbegrepen voor zo’n £253.

Cultuur zonder filevorming

Wie ooit uren in de rij heeft gestaan bij het Louvre of de Sagrada Família weet hoe frustrerend massatoerisme kan zijn. Je komt voor de kunst en de ervaring, maar je staat in een mensenmassa waar je amper adem kunt halen.

In Oost-Europa voelt dat anders. Natuurlijk, Praag en Boedapest trekken ook veel bezoekers, maar je hebt er nog ruimte om rustig rond te kijken. Je loopt een kathedraal binnen, koopt een kaartje en kunt zonder geduw en getrek even blijven staan.

Steden als Warschau, Krakau en Vilnius staan inmiddels bekend als culturele hotspots die verrassend betaalbaar zijn. Niet voor niets plaatsen reisexperts ze steeds hoger in lijstjes van aantrekkelijke stedentrips.

Het onverwachte avontuur

Nederlanders zijn over het algemeen vrij praktisch ingesteld. We houden van zekerheid, van plannen, van lijstjes. Maar op vakantie? Dan willen we verrast worden. En dat is precies waar Oost-Europa in uitblinkt.

Neem Bratislava. Geen stad die bovenaan de bucketlist van de gemiddelde reiziger staat. Toch kom je er terecht en sta je ineens tussen futuristische architectuur én middeleeuwse straatjes. Of Belgrado, waar je clubt in een oude fabriekshal en pas naar buiten strompelt als de zon alweer opkomt.

Die mix van rauw en verrassend maakt dat reizigers zich ontdekkingsreizigers voelen in plaats van toeristen. Het is niet voor niets dat publicaties als de Financial Times Oost-Europese steden nadrukkelijk aanbevelen als slim alternatief voor dure West-Europese klassiekers.



Eten, drinken en het nachtleven

Nederlanders houden van eten, maar laten we eerlijk zijn: we houden misschien nog meer van gezelligheid en een avondje uit.

Qua eten zit je in Oost-Europa sowieso goed. In Krakau krijg je stoofpotten die je doen denken aan oma’s keuken. In Praag proef je goulash die je handen en ziel verwarmt op een koude avond. En in Boedapest krijg je een bord vol paprika en pepers waar je meteen weer energie van krijgt.

Budapest, Hungary – May 21, 2023. Karavan street food market in Budapest, Hungary. Located at Kazinczy utca 18 in Erzsebetvaros, this is a food court that gives home to numerous food trucks and booths
Karaván streetfoodmarkt in Boedapest, Hongarije / Foto: Shutterstock

En dan het nachtleven. Dat is vaak waar mensen echt laaiend enthousiast over terugkomen. Een vriend van me deed een kroegentocht in Boedapest en belandde in een ruin bar – een vervallen fabriekshal vol graffiti, kerstlampjes en tweedehands meubels. “Het leek alsof ik in een kunstproject terechtkwam,” zei hij. Zulke ervaringen vind je niet in Parijs of Berlijn.

Binnen een paar uur een andere wereld

Nog een voordeel: je hoeft er niet ver voor te reizen. Vluchten naar het oosten zijn vaak goedkoper dan een treinkaartje naar Maastricht. En binnen twee uur sta je in een compleet andere cultuur.

Daarbij zijn de meeste Oost-Europese steden net zo veilig als – en soms zelfs veiliger dan – West-Europese hoofdsteden. Volgens de CBI zijn juist cultuur en gastronomie de belangrijkste redenen waarom reizigers stedentrips boeken. Mensen willen méér beleven dan alleen een goedkope bestemming.

Het psychologische voordeel

Maar misschien speelt er nog iets anders mee. Iets psychologisch. We zijn een beetje klaar met de clichés. Iedereen heeft al een foto bij de Eiffeltoren of de gondels in Venetië. Het voelt afgezaagd.

Als je collega op maandag zegt: “We waren in Lissabon.” Leuk. Maar als iemand zegt: “We zijn een weekend naar Riga geweest.” Dan spitsen de oren zich. Het klinkt spannender, origineler. Je hebt ineens een verhaal dat anderen niet kennen.

Hoe lang blijft dit zo?

De vraag is natuurlijk: hoe lang blijft Oost-Europa die “gouden tip” voor stedentrips? Want eerlijk, de trend is duidelijk: hoe meer mensen het ontdekken, hoe meer prijzen stijgen. Praag voelt op sommige plekken al bijna net zo duur als Berlijn, en in de zomer zie je daar inmiddels net zoveel vrijgezellenfeesten als in Barcelona.

Maar voorlopig… voorlopig is er nog genoeg te halen. Steden als Sofia, Boekarest en Vilnius gelden bij reisplatforms nog steeds als de beste prijs-kwaliteitopties in Europa.



Waarom Oost Europa?

Waarom kiezen Nederlanders massaal voor stedentrips in Oost-Europa? Omdat het slim is. Je krijgt er meer waar voor je geld, je ontdekt cultuur zonder massatoerisme, je eet en drinkt goed zonder schuldgevoel, en je hebt verhalen die je niet overal hoort.

En misschien is dat wel de kern: een stedentrip in Oost-Europa voelt niet als een “budgetoptie”, maar als een luxe ervaring die toevallig betaalbaar is. En dat is een zeldzame combinatie.

Relevante artikelen

Bekijk meer