Nederland heeft een lange geschiedenis van innovatieve bedrijven en sterke topbestuurders. Toch blijkt het steeds moeilijker om topfuncties op cruciale posities te vullen. Het probleem? Een combinatie van lage salarissen, strenge regelgeving en een gebrek aan internationale aantrekkingskracht. Hierdoor blijven Nederlandse topbedrijven achter in de concurrentiestrijd met het buitenland.
Het salarisplafond: waarom Nederland achterblijft
Een recent voorbeeld is ABN Amro, dat op zoek is naar een nieuwe topman. De bank biedt een salaris van €800.000 per jaar. Dat klinkt als een flink bedrag, maar in de internationale zakenwereld is het verre van concurrerend. In landen zoals de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk lopen de jaarsalarissen van topbestuurders gemakkelijk op tot enkele miljoenen, aangevuld met royale bonussen en aandelenpakketten.
Nederlandse bedrijven worden beperkt door strikte regelgeving, zoals het bonusplafond van 20% voor bankiers. Hoewel dit bedoeld is om excessieve beloningen tegen te gaan, maakt het Nederlandse topfuncties onaantrekkelijk voor bestuurders die gewend zijn aan veel hogere beloningen. Het resultaat? Topkandidaten kiezen voor buitenlandse posities waar financiële beloningen veel hoger liggen.
De gevolgen voor Nederland
Als talent vertrekt, blijft Nederland achter met een tekort aan expertise. Dat remt innovatie en economische groei, vooral in sectoren waar technologische vooruitgang belangrijk is. Dit fenomeen, de zogenaamde braindrain, is op de lange termijn schadelijk. Terwijl andere landen profiteren van onze slimme koppen, lopen wij achter de feiten aan.
Daarnaast leidt het vertrek van toptalent naar buitenlandse bedrijven tot een braindrain. Dit verschijnsel, waarbij een land zijn beste en slimste mensen kwijtraakt aan het buitenland, kan op de lange termijn de concurrentiepositie van Nederland verzwakken. Terwijl landen zoals de Verenigde Staten en Groot-Brittannië profiteren van Nederlandse expertise, blijft Nederland achter met een tekort aan hoogwaardige professionals.
Lees hier: Nederland wil eigen AI-fabriek: geniale zet of mosterd na de maaltijd?
De concurrentie is moordend
In landen zoals de VS en het VK worden topbestuurders vaak benaderd met lucratieve arbeidsvoorwaarden. Denk aan hoge bonussen, aandelenopties en extra’s zoals exclusieve pensioenregelingen. Voor een Nederlandse bestuurder is de stap naar het buitenland financieel vaak een no-brainer. Het verschil in beloning is simpelweg te groot om te negeren.
Daarnaast speelt het vestigingsklimaat een rol. Landen met een gunstig belastingstelsel en aantrekkelijke voorzieningen voor expats, zoals internationale scholen en goede gezondheidszorg, winnen het vaak van Nederland. Hier kan Nederland moeilijk tegenop, zeker nu de regelgeving rondom belastingvoordelen voor internationale werknemers wordt aangescherpt.
De impact op het bedrijfsleven
Het tekort aan topbestuurders heeft grote gevolgen. Bedrijven blijven langer zonder geschikte leiders, wat kan leiden tot strategische onzekerheid. Bovendien komt de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven onder druk te staan. Zonder sterke bestuurders wordt het moeilijker om innovatief te blijven, marktaandeel te winnen en internationaal uit te breiden.
Deze situatie kan op lange termijn schadelijk zijn voor de Nederlandse economie. Innovatie en groei blijven achter, terwijl andere landen profiteren van de expertise die Nederland niet weet te behouden.
Wat moet er veranderen?
Om Nederland aantrekkelijker te maken voor topbestuurders, zijn er een aantal maatregelen nodig:
- Hogere beloningen: Nederlandse bedrijven moeten meer ruimte krijgen om concurrerende salarissen en bonussen te bieden, vooral voor topfuncties.
- Flexibele regelgeving: Het bonusplafond en andere beperkingen zouden versoepeld kunnen worden, zodat bedrijven beter kunnen concurreren met het buitenland.
- Belastingvoordelen: Overweeg fiscale voordelen voor topbestuurders en expats, zodat Nederland aantrekkelijker wordt als werkplek.
- Verbeter het vestigingsklimaat: Investeren in internationale voorzieningen, zoals scholen en infrastructuur, kan helpen om buitenlandse bestuurders en hun gezinnen aan te trekken.
Nederland moet in actie komen
De strijd om topbestuurders is internationaal en meedogenloos. Nederland kan zich niet langer veroorloven om achter te blijven. Het huidige salarisplafond en de strikte regelgeving maken het moeilijk om internationale topprofessionals aan te trekken en vast te houden.
Als Nederland zijn concurrentiepositie wil behouden, moeten bedrijven meer ruimte krijgen om aantrekkelijke voorwaarden te bieden. Zonder sterke bestuurders blijven onze bedrijven achter, en dat kan grote gevolgen hebben voor de Nederlandse economie. Het is tijd om deze uitdagingen aan te pakken en Nederland weer op de kaart te zetten als een aantrekkelijk land voor topfuncties.