De superrijken – we hebben het hier over mensen met een vermogen van meer dan 30 miljoen dollar – spendeerden vorig jaar maar liefst 290 miljard dollar aan luxegoederen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van Altrata, een onderzoeksbureau gespecialiseerd in vermogensintelligentie.
Deze schatting is gebaseerd op Altrata’s Wealth X-database en inzichten van consultancybureau Bain & Company. En laat ik je eerlijk zeggen: de cijfers zijn behoorlijk indrukwekkend. Misschien zelfs een beetje bizar als je bedenkt waar we het over hebben.
Deze superrijken vormen slechts 1% van alle miljonairs wereldwijd. En als je het afzet tegen de totale wereldbevolking? Dan praten we over 0,006%. Een fractie dus. Maar hun vermogen? Dat is allesbehalve klein. Hun gezamenlijke rijkdom bedraagt bijna 60 biljoen dollar – wat neerkomt op ongeveer een derde van al het vermogen dat miljonairs wereldwijd bezitten.
Dat totaal wordt natuurlijk gedreven door zakenmensen zoals Elon Musk en Larry Ellison, wiens nettovermogen zich elk ver in de twaalf cijfers bevindt. Als je daar even bij stilstaat… twaalf cijfers. Dat zijn getallen waar de meeste mensen gewoon niet bij kunnen.
Het is dus ook niet zo gek dat de uitgaven van deze miljonairs proportioneel gigantisch zijn. Ze waren in 2024 verantwoordelijk voor 21% van alle uitgaven aan luxegoederen door particulieren. Eén op de vijf luxe-aankopen komt dus voor rekening van deze ultrarijke elite.
Alles op een rijtje
Transport: de grootste geldverslinder

Luxe transport vertegenwoordigde het grootste deel van hun uitgaven. De superrijken pompten maar liefst 129,5 miljard dollar in deze categorie. Daarvan ging 100,9 miljard naar luxeauto’s en 28,6 miljard naar privéjets en jachten.
De verkoop van jets en jachten – twee categorieën die vrijwel volledig worden gefinancierd door de superrijken – groeide vorig jaar met 13%, aldus een rapport van Bain uit januari. Geen kleine stijging, zeker niet in tijden waarin veel mensen het juist wat moeilijker hebben.
Het geeft je wel te denken. Terwijl de gemiddelde consument misschien twijfelt over een vakantie of een nieuwe auto, bestellen deze mensen gewoon een extra privéjet. Alsof je een broodje bestelt bij de bakker.
Kleinere luxe, grote bedragen

Nog eens 115,6 miljard dollar ging naar wat ze “kleinschalige luxegoederen” noemen. Denk aan juwelen, horloges, mode, fijne wijnen en meubels. Kleinschalig is natuurlijk relatief als je het over dergelijke bedragen hebt. Een Rolex of een Patek Philippe is voor de meeste mensen allesbehalve kleinschalig.
Altrata ontdekte dat kunst een eigen categorie vormt in de bestedingen van de superrijken. Beeldende kunst was goed voor 19,6 miljard dollar aan uitgaven vorig jaar. Galeries en veilinghuizen zoals Sotheby’s en Christie’s doen ongetwijfeld goede zaken.
De focus verschuift naar de allerrijksten
Interessant genoeg heeft de luxe-industrie zich de afgelopen jaren steeds meer gericht op deze superrijke doelgroep. Vooral omdat de uitgaven van wat zij “aspirational shoppers” noemen – instapniveau consumenten die ooit droomden van een designertas – zijn gekrompen.
Merken die exclusief voor de superrijken zijn, zoals Hermès, floreren. Bedrijven als Gucci daarentegen, die juist uitbreidden met toegankelijkere samenwerkingen, hebben het lastiger gehad.
“There’s been a kind of a refocusing, probably an over-correction of the strategy, to focus on the top of the pyramid that was more resilient in a moment of turbulence,” vertelde Claudia D’Arpizio, hoofd mode en luxe bij Bain, vorig jaar aan Business Insider.
Het is dus een soort strategische heroriëntatie – misschien zelfs een overcorrectie – waarbij merken zich concentreren op de top van de piramide die veerkrachtiger bleek in tijden van turbulentie.
De ervaring telt
In lijn met de algemene verschuiving naar wat ze de “experience economy” noemen, geven de superrijken steeds meer uit aan luxe horeca en reiservaringen. Altrata ontdekte dat ze 25,3 miljard dollar besteedden aan luxe hospitalityvoorzieningen.
Wellness-toerisme wint aan populariteit. Denk aan yoga-retreats op afgelegen eilanden of spa-bestemmingen waar je voor duizenden dollars per nacht kunt verblijven. Ook meer “belevenisgerichte” reizen zoals safari’s worden steeds populairder onder luxe reizigers, blijkt uit Bain’s 2025 Luxury Goods Worldwide Market Study.
Het gaat niet meer alleen om het hebben van spullen. De superrijken willen ervaringen, herinneringen, momenten die geld eigenlijk niet kan kopen. Al proberen ze het wel met heel veel geld.
Niet alles gaat naar champagne en kaviaar
Het is niet allemaal champagne en kaviaardromen. En dat is misschien wel het meest verrassende uit het rapport. Hoewel Altrata de liefdadigheidsuitgaven van de superrijken voor 2024 niet heeft berekend, gaven ze in 2023 maar liefst 207 miljard dollar aan donaties.
Dat is bijna evenveel als wat ze uitgaven aan hun jachten en horloges. Laat dat even bezinken. De helft van hun luxe-uitgaven gaat dus eigenlijk naar goede doelen. Natuurlijk kun je je afvragen of dat genoeg is, gezien hun totale vermogen. Maar het is wel een aanzienlijk bedrag dat naar liefdadigheidsdoelen gaat.
Wat betekent dit allemaal?
Deze cijfers geven een fascinerend inkijkje in een wereld waar de meesten van ons alleen maar van kunnen dromen. Een wereld waarin 30 miljoen dollar het instapniveau is om tot de “superrijken” te behoren.
De kloof tussen rijk en arm wordt groter. Dat is geen nieuws. Maar deze cijfers maken het wel heel concreet. Terwijl veel gezinnen worstelen met de boodschappen en de energierekening, wordt er aan de andere kant van het spectrum 129,5 miljard dollar uitgegeven aan luxe transport alleen al.
Het roept vragen op over economische ongelijkheid, maar ook over wat luxe eigenlijk betekent in de moderne wereld. Is het nog steeds een symbool van succes? Of begint het steeds meer een symbool te worden van een systeem dat uit balans is?
Hoe dan ook, één ding is duidelijk: de markt voor luxegoederen blijft floreren, zolang er mensen zijn met de middelen om erin te investeren. En die middelen lijken alleen maar te groeien.