Van digitale dromen naar grondstoffenzorgen
Iedereen wil een elektrische auto. Iedereen wil razendsnel internet, groene stroom, een batterij in huis die het ook blijft doen als de zon onder is. Maar al die dingen — die toekomst waar we naartoe willen — hangt aan een dun draadje. Of beter gezegd: aan een handvol zeldzame metalen.
Zonder lithium, kobalt, nikkel, grafiet en germanium ben je nergens. En laat Europa nou nét die spullen grotendeels van ver halen. Uit Congo, China, Rusland, Zuid-Amerika. Goedkoop, lang gedacht. Tot het ineens niet meer zo goedkoop of vanzelfsprekend bleek.
Toen corona toesloeg, leveringsketens vastliepen, en geopolitieke spanningen met China en Rusland oplaaiden, ging er een belletje rinkelen in Brussel. En niet één. Er rinkelde een hele carillon.
Grondstoffenwending: hoe Europa opnieuw de diepte in gaat
De Europese reflex: “Dan doen we het zelf wel weer”
Enter de Critical Raw Materials Act. Geen sexy naam, wél een serieuze wake-up call. Europa wil in 2030:
- 10% van z’n strategische grondstoffen zelf uit de grond halen
- 40% in eigen huis verwerken
- en 25% recycleren.
Klinkt ambitieus. Is het ook. Want tot voor kort was mijnbouw op het continent bijna taboe. Te duur, te vies, te ingewikkeld. “Laat de anderen dat maar doen,” was decennialang het devies. Maar ja, die anderen houden inmiddels wat liever vast aan hun reserves. Of vragen de hoofdprijs.
De 47 projecten die alles moeten veranderen
In april 2025 presenteerde de Europese Commissie een lijst met 47 ‘strategische’ projecten. Geselecteerd uit een overvolle stapel van 170 voorstellen. De uitverkorenen zijn verspreid over 13 landen: Zweden, Spanje, Finland, Portugal, Polen, Duitsland, Frankrijk en België.
Het gaat lang niet alleen om mijnbouw. Ook projecten rond verwerking, recyclage en zelfs het zoeken naar alternatieven voor zeldzame metalen zijn opgenomen. Denk: betere batterijtechnologie, slimmere vezels, duurzamer ontwerp. De Commissie wil tempo: mijnen moeten binnen 27 maanden draaien, recyclageprojecten al binnen 15.

“Een mijlpaal voor de Europese soevereiniteit,” noemde EU-commissaris Séjourné het. Grote woorden — misschien, maar wel met reden.
Umicore, germanium en België in de zijlijn
In Olen, Vlaanderen, draait alles om germanium. Een element dat in het nieuws zelden de spotlights krijgt, maar wel cruciaal is voor dingen als glasvezelverbindingen, infraroodtechnologie en zonnepanelen. En laat Umicore daar nu net heel goed in zijn — als een van de grootste recyclers van germanium buiten China.

Hun twee projecten zijn de énige germanium-initiatieven die groen licht kregen van Brussel. Geen mijnen, maar wel recycling en geavanceerde verwerking. Belangrijk detail: germanium is óók een van de metalen waar China de wereldmarkt in z’n greep mee houdt. De Europese vlag in Olen is dus strategischer dan je op het eerste gezicht denkt.
Nieuwe mijnen: van Scandinavië tot Zuid-Europa
- Zweden: hier ligt in Kiruna de grootste Europese vondst van zeldzame aardmetalen tot nu toe. Die gaan we nodig hebben voor alles van windmolens tot elektrische motoren.
- Spanje en Portugal: de batterijliefde van de EU vertaalt zich in een honger naar lithium. Met name in Galicië en het noorden van Portugal worden vergunningen voorbereid.
- Roemenië: daar komen nieuwe mijnen voor magnesium, koper en grafiet. Allemaal essentieel voor industrie en energietransitie.

Ook buiten de EU loeren er kansen — en hoofdbrekens. In Servië liggen gigantische lithiumvoorraden. En Groenland blijkt eveneens een schatkist. Maar de vraag is of, en hoe, Europa met die regio’s wil samenwerken. De geopolitiek is daar allesbehalve simpel.
Maar… wat vindt de burger er eigenlijk van?
Tja. In theorie willen we graag minder afhankelijk zijn van China. Maar in de praktijk? Dan komt er ineens een open mijn naast een dorp in Portugal of bij een natuurgebied in Finland — en dan hoor je heel andere geluiden. In Servië gaan mensen zelfs massaal de straat op tegen nieuwe plannen voor een grote lithiummijn.
Zoals bij het dorpje Covas do Barroso in Portugal. Daar was het verzet tegen de komst van een lithiumproject zó fel. Boeren, activisten, wijnmakers — allemaal bang dat hun levenswerk wordt opgeofferd voor de groene droom van Brussel.
Sara Matthieu, Europarlementslid voor Groen, zei het recent treffend:
“We zijn niet tegen mijnbouw. Maar dit mag geen race worden waar mens en planeet het onderspit delven.”
Ze wijst op het feit dat Europese milieuwetten op het gebied van mijnbouw eigenlijk nog verrassend mild zijn. “Minder streng dan die in Zuid-Amerika,” aldus Matthieu.
Het ongemakkelijke midden: tussen idealisme en realisme
Dus daar staan we dan. Met de voeten op Europese bodem, maar het hoofd vol mondiale dromen. We willen minder afhankelijk zijn. We willen klimaatakkoorden halen. We willen digitale soevereiniteit. Maar we willen óók natuur, leefbaarheid en lokaal draagvlak.
Dat is misschien wel het moeilijkste van deze hele transitie: het ongemakkelijke midden. Waar niet alles perfect kan. Waar je soms moet kiezen tussen twee kwaden. Waar ‘duurzaam’ niet automatisch betekent ‘zonder bijeffecten’.
En nu?

We staan aan het begin van iets groots — maar ook iets spannends. Want de vraag is niet alleen of Europa het technisch en financieel voor elkaar krijgt. De echte vraag is: krijgen we dit moreel en maatschappelijk uitgelegd? Aan de boeren in Spanje. Aan de bewoners in Zweden. Aan onszelf.
De race om grondstoffen is begonnen. Niet om rijk te worden, maar om relevant te blijven. Als continent, als samenleving, als planeet.
En terwijl ergens in het noorden van Portugal een oude boer naar zijn olijfbomen kijkt, vraagt hij zich misschien af: “Is dit het waard?”
Misschien weten we het antwoord pas over twintig jaar. Maar de race om grondstoffen is begonnen.