Van fiscaal feestje naar koude douche
Elektrisch rijden was jarenlang een feestje voor de belastingbetaler. Lage bijtelling, geen wegenbelasting, subsidies bij aanschaf, en een groen imago als toetje. Maar dat feestje loopt nu snel ten einde. De belastingvoordelen verdwijnen en de elektrische rijder trekt massaal de stekker eruit. Letterlijk.
Uit onderzoek van RVO, de Vereniging Elektrische Rijders en de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat een derde van de huidige EV-rijders volgend jaar terug wil naar een brandstofauto zodra de belastingvoordelen verder worden afgebouwd. En in 2030, wanneer de fiscale stimulansen volledig zijn verdwenen, zegt zelfs 60 procent het elektrisch rijden definitief vaarwel.
EV straks duurder dan benzine

De feiten zijn niet mals. Eind 2024 verdwijnt de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting. Tegelijk stopt de aanschafsubsidie en stijgt de bpm op nieuwe EV’s met een vaste voet van bijna €700. Voor zakelijke rijders wordt het ook minder interessant: het bijtellingsvoordeel wordt in 2026 helemaal afgeschaft.
Ondertussen zijn elektrische auto’s gemiddeld zwaarder, wat betekent dat particulieren straks meer wegenbelasting gaan betalen dan voor een vergelijkbare brandstofauto. En dat terwijl die EV vaak toch al duurder was in aanschaf.
Particulier haakt af, zakelijke markt houdt EV’s overeind
De BOVAG EV Marktmonitor 2024 toont een opvallende tweedeling:
- In 2024 bestond 35% van de nieuwverkopen uit EV’s (ten opzichte van 31% in 2023).
- Maar die groei komt bijna volledig uit de zakelijke markt, waar het aandeel EV’s steeg van 34 naar 53 procent.
- Tegelijk daalde het aandeel in de particuliere markt van 32 naar 23 procent.
Ook de tweedehandsmarkt groeit: 85.000 gebruikte EV’s vonden in 2024 een nieuwe eigenaar – een stijging van 25.000 ten opzichte van 2023. Maar ook hier geldt: particulieren blijven achter. Gebruikte EV’s wisselen vaker van handelsvoorraad en vinden minder snel een eindgebruiker.
Van netto-import naar netto-export
In 2023 was Nederland nog een netto-importeur van elektrische auto’s (9.000 stuks). In 2024 sloeg dat volledig om: 6.000 EV’s meer geëxporteerd dan geïmporteerd. Alleen in het A- en B-segment blijft Nederland nog een netto-importeur. Dit ondermijnt de groei van het binnenlandse EV-wagenpark – zeker als ook de particuliere vraag opdroogt.
Onzekerheid, restwaardes en dure laadkosten
Waarom haakt de particulier af?
- Onzekerheid over overheidsbeleid, zoals plotselinge wijzigingen in belastingen.
- Stijgende laadtarieven aan openbare palen, in combinatie met een gebrek aan thuislaadmogelijkheden.
- Prijsdalingen op nieuwe EV’s, die de restwaarde van bestaande modellen onder druk zetten.
Kortom: de elektrische auto is voor veel huishoudens allesbehalve een no-brainer geworden.
“Geen extra bpm, wel meer zekerheid”
BOVAG-directeur Peter Niesink benadrukt dat er absoluut geen extra bpm bovenop de vaste voet mag komen. Daarnaast pleit hij voor een geleidelijke en voorspelbare afbouw van de bijtellingskorting, zonder onverwachte koerswijzigingen. Volgens Niesink is het ook hoog tijd om aanschafsubsidies voor particulieren opnieuw in te voeren, omdat die relatief weinig kosten en veel vertrouwen geven.
Maar het blijft niet bij de aanschaf alleen: ook het dagelijks gebruik van een elektrische auto moet betaalbaar blijven. Dat kan bijvoorbeeld via gewichtscompensatie in de motorrijtuigenbelasting en transparantere laadtarieven. Tot slot wijst hij op de noodzaak om praktische belemmeringen weg te nemen, zoals gebrekkige laadinfrastructuur, netcongestie en onzekerheid over batterijlevensduur.
Elektrisch rijden verliest zijn glans
Zonder een duidelijk, voorspelbaar beleid holt het draagvlak voor elektrisch rijden achteruit. De overheid rekent op een emissieloos wagenpark in 2050, maar als de particulier afhaakt, is die doelstelling eerder een wens dan een plan.
De stekker gaat er dus niet alleen uit bij de auto, maar ook bij het vertrouwen van de consument. En zolang Den Haag geen nieuw vertrouwen opwekt, laadt die elektrische toekomst niet verder op.