Cabrio’s? Die zijn alleen leuk voor zonnige dagen, toch? Fout. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat cabriorijders niet alleen relaxter zijn achter het stuur, maar ook minder vaak betrokken raken bij ongelukken. Het dak mag dan open zijn – hun hoofd is er des te meer bij.
Cabrio rijden
Met je hoofd in de wind, maar je hoofd erbij
Zodra het dak eraf mag, verandert alles. Je hoort vogels fluiten, je voelt de zon op je gezicht en de geur van vers gemaaid gras waait zomaar naar binnen. Het verkeer lijkt ineens minder agressief. En jij? Jij zit daar, rechtop, alert – alsof je hoofd automatisch de stand ‘aan’ kiest. Het klinkt misschien wat dromerig, maar het blijkt dus ook gewoon uit de cijfers: mensen die in een cabrio rijden zijn gemiddeld 15% alerter dan bestuurders van auto’s met een gewoon, vast dak.
Dat blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse Highway Loss Data Institute (HLDI), een organisatie die normaal gesproken vooral verzekeringsdata doorspit. Niet meteen het soort club dat je verwacht te horen zeggen dat autorijden met het dak open goed is voor je geestelijke gezondheid. Maar toch: cabriorijders blijken ook tot 32% minder stress te ervaren dan hun “gesloten” tegenhangers.
Minder stress, minder brokken
Het is eigenlijk vrij logisch als je erover nadenkt. Wie zich beter voelt, rijdt beter. Dat is niet altijd wetenschappelijk onderbouwd – al doen we nu alsof – maar je merkt het zelf ook. Na een zware werkdag in de file met airco op standje Siberië is je lontje kort. Zit je daarentegen met een briesje door je haar en een lucht die naar lente ruikt, dan laat je die bumperklever voor je misschien net wat eerder begaan.
En ook daar hebben de cijfers een mening over. Volgens de HLDI worden cabriorijders minder vaak betrokken bij ongevallen met letsel. Dat geldt overigens niet voor alle cabrio’s in gelijke mate. Een hardtop – denk aan zo’n sportieve, strakke variant met inklapbaar dak – scoort 10% lager qua letselrisico. Bij softtops is dat een stuk minder: zo’n 3%. Een verschil, maar het blijft in beide gevallen aan de veilige kant van het spectrum.
Wat trouwens grappig (of eigenlijk verwarrend) is: in het onderzoek zijn ook ritten meegenomen waarbij de cabrio gewoon dicht was. Dus ja, het effect van open rijden is een beetje vermengd met momenten waarop de kap gewoon omhoog stond omdat het pijpenstelen regende. Telt dat ook als cabriorijden? Geen idee.
Veiligheidsgevoel met een korrel zout
Laat je trouwens niet misleiden: een cabrio is niet per se een rijdend fort. Bij een koprol ben je in een softtop nog steeds slechter af dan in een SUV met verstevigd dakframe. Maar voor alledaags gebruik – stadsverkeer, een bochtige dijkweg, zondagritje naar oma – valt het beeld van de “gevaarlijke cabrio” behoorlijk uit elkaar.
En ergens is dat fijn. Want een cabrio koop je niet om rationeel te zijn. Je koopt hem omdat je verliefd werd op dat idee van vrijheid. Omdat je ooit op vakantie in Zuid-Frankrijk een Alfa Spider huurde en jezelf op slag zestien jaar jonger voelde. Of gewoon omdat je het zat bent om altijd maar binnen te zitten – zelfs in je auto.
Rijden met het hart en het hoofd
Is een cabrio veiliger? In veel gevallen wel, blijkt. Niet door techniek of staal, maar omdat de mens achter het stuur zich anders gedraagt. Meer ontspannen, meer alert. En dat doet wat met hoe je rijdt. Dus ja, misschien is het tijd om al die clichés over ‘stoer maar onveilig’ te herzien.
Of je nu rijdt voor het uitzicht, de zon, of gewoon omdat het leuk is: een cabrio is niet alleen goed voor je humeur, maar kennelijk ook voor de verkeersveiligheid. En eerlijk? Dat is misschien wel het beste excuus om er een te kopen.
