De inflatie in Nederland is in april opgelopen tot 4,1 procent. Dat betekent dat het leven – eten, reizen, wonen, koffie halen, noem maar op – gemiddeld 4,1 procent duurder was dan in april een jaar geleden. In maart was dat nog 3,7 procent. Klinkt misschien als een klein verschil, maar het telt aan het eind van de maand.
Volgens het CBS komt dat cijfer overeen met de snelle raming die begin mei al gepubliceerd werd. Ze meten dit allemaal via de consumentenprijsindex (CPI) – een soort graadmeter voor de koopkracht van de gemiddelde Nederlander, hoewel niemand écht gemiddeld is, natuurlijk.
Inflatie april
Vakantie duur? Jazeker. Vooral als je vliegt of een huisje boekt
Grote boosdoener dit keer? Vliegtickets. Die waren in april maar liefst 20,8 procent duurder dan in april vorig jaar. Ja, twintig komma acht. In maart waren ze trouwens nog een tikje goedkoper dan het jaar ervoor – dus het schommelt nogal.
En het bleef niet bij de tickets. Ook een verblijf in een bungalowpark werd flink prijziger. Waarschijnlijk omdat de meivakantie dit jaar vroeg viel. Meer mensen gingen dus in april op pad, en waar vraag stijgt, stijgen de prijzen. Economen noemen dat marktwerking. Gezinnen noemen het pech.
Voor wie zelf in april met het gezin een lang weekend op de Veluwe doorbracht: je portemonnee weet waarschijnlijk al waar we het over hebben.

Gelukkig tanken we iets goedkoper
Er is ook goed nieuws – of nou ja, iets minder slecht nieuws. Motorbrandstoffen waren in april bijna 9 procent goedkoper dan een jaar geleden. Dus als je met de auto ging in plaats van het vliegtuig, was dat onverwacht voordelig. Tenminste… als je geen elektrische rijdt.
In maart was benzine trouwens ook al goedkoper, met een daling van zo’n 5 procent. Toch iets om je aan vast te houden tijdens het tanken, al blijft het pijnlijk om dat bonnetje te zien.

Prijzen stijgen ook maand-op-maand – en dat voel je
Niet alleen vergeleken met vorig jaar, ook ten opzichte van maart stegen de prijzen: gemiddeld met 1 procent in één maand tijd. Vooral vliegtickets en vakanties dus. Maar dat is deels seizoensgebonden – in mei en april gaan nu eenmaal veel mensen weg, en dat merken we dan direct in de cijfers.
Het CBS waarschuwt er zelf ook voor: maand-op-maand vergelijkingen zijn tricky. Een vakantie hier, een feestdag daar, en de hele index staat op z’n kop. Het zijn geen structurele stijgingen, maar ja – het geld is alsnog weg.

Europa blijft iets rustiger
De inflatie in Nederland was dus 4,1 procent in april, gemeten volgens de Europese methode (HICP). In maart was dat nog 3,4 procent. In de rest van de eurozone? Daar bleef het inflatiecijfer gewoon steken op 2,2 procent. In maart én in april.
Nederland loopt dus uit de pas. Vooral omdat hier dingen als eten, drinken, tabak en diensten gewoon harder in prijs stegen dan elders in Europa. Misschien zijn we gewoon te gezellig met z’n allen, wie zal het zeggen.

CPI vs. HICP: wat zit daarachter?
Even een technisch stukje (je mag dit ook overslaan als je er hoofdpijn van krijgt): het CBS meet inflatie op twee manieren. De CPI is de Nederlandse standaard. Daarin zitten ook de kosten van het wonen in je eigen huis – denk aan huurprijzen. De HICP laat dat juist buiten beschouwing, zodat alle landen binnen de EU beter vergeleken kunnen worden.
De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt de HICP trouwens om haar rentebeleid op te baseren. Niet onbelangrijk dus.
Nieuw basisjaar op komst – hallo 2025
Vanaf 2026 stappen beide inflatie-indices over op een nieuw basisjaar: van 2015 naar 2025. Dat betekent dat het hele referentiekader geüpdatet wordt. Geen paniek, de oude cijfers blijven gewoon bestaan. Maar de nieuwe reeks sluit beter aan bij hoe we tegenwoordig uitgeven. Dus minder krantenabonnementen, meer streamingdiensten. Minder cd’s, meer abonnementen voor apps die je vervolgens toch nooit gebruikt.
De eerste cijfers op basis van het nieuwe systeem verschijnen begin februari 2026. Tot die tijd blijft het zoals het is – al voelt je portemonnee daar misschien weinig van.
Kern van het verhaal
Het leven blijft duurder worden – met horten en stoten, en soms onverwachte uitschieters. Vliegtickets als prijsaanjager? Weer eens wat anders dan energie of boter. Maar ook dat went, zeggen ze. Alleen jammer dat je portemonnee er net zo snel aan went als je humeur op een regenachtige maandag.