De inflatie klimt in Nederland en is in september 2025 weer iets opgelopen. Volgens cijfers van het CBS waren consumentengoederen en -diensten gemiddeld 3,3 procent duurder dan een jaar eerder. In augustus lag dat cijfer nog op 2,8 procent. De voorlopige raming die op 1 oktober werd gepubliceerd, blijkt dus te kloppen.
Even in perspectief: inflatie wordt gemeten aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI), die laat zien hoe prijzen zich ontwikkelen ten opzichte van een jaar eerder. En hoewel zo’n cijfer abstract klinkt, voel je het in de supermarkt, bij het tankstation of als je een weekendje weg boekt.
Op maandbasis daalden de prijzen juist licht: gemiddeld 0,1 procent goedkoper dan in augustus. Een kleine adempauze dus – al voelt dat voor de meeste Nederlanders niet meteen als een opluchting.
Alles op een rijtje
Brandstofprijzen en bungalowparken trekken inflatie omhoog
De belangrijkste aanjager van de stijgende inflatie in september was de prijs van motorbrandstoffen. Benzine en diesel waren 3,6 procent duurder dan in september 2024. Een flink verschil met augustus, toen brandstof juist 2 procent goedkoper was dan een jaar eerder.
Het is een klassiek voorbeeld van hoe snel dit soort cijfers kunnen kantelen. Olieprijzen, accijnzen, geopolitieke spanning – het heeft allemaal invloed. Wie de afgelopen weken langs een tankstation reed, zal het verschil hebben gemerkt: het prijsbord dat eerst even rust gaf, tikt inmiddels weer hoger uit.
Ook opvallend: de prijzen voor een verblijf in bungalowparken stegen harder. Blijkbaar hebben we met z’n allen nog steeds zin in een weekendje Veluwe of een huisje aan zee, ondanks de hogere prijzen. Dat soort vakanties – dichtbij huis, even ertussenuit – blijken hardnekkig populair. En populair betekent vaak duurder.
Prijsontwikkelingen op korte termijn: seizoensinvloeden tellen mee
Vergeleken met augustus daalden de consumentenprijzen dus licht, met 0,1 procent. Dat lijkt misschien goed nieuws, maar het CBS benadrukt dat dit vooral een kwestie van seizoenseffecten is.
Denk aan vliegtickets die in juli en augustus pieken, of groente- en fruitprijzen die afhankelijk zijn van het weer. “Een vergelijking tussen maanden moet je altijd met een korreltje zout nemen,” zoals een econoom het ooit mooi zei. De inflatiecijfers over langere periodes geven namelijk pas écht inzicht in structurele prijsveranderingen.
Europese vergelijking: inflatie in de eurozone stijgt ook
Nederland staat niet op zichzelf. Volgens de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) – een manier om inflatie in EU-landen beter te kunnen vergelijken – waren goederen en diensten in Nederland in september 3,0 procent duurder dan een jaar eerder. In augustus was dat nog 2,4 procent.
De eurozone als geheel zag de inflatie ook oplopen: van 2,0 procent in augustus naar 2,2 procent in september. Dat verschil lijkt klein, maar binnen de monetaire unie zijn zulke tienden van procentpunten belangrijk. Ze bepalen immers het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB), die de inflatie wil terugbrengen richting de 2 procent.
Wat verder opvalt: energieprijzen in de eurozone daalden gemiddeld, terwijl ze in Nederland juist stegen. En ook de prijzen voor industriële goederen, voeding, dranken, tabak en diensten gingen hier harder omhoog dan in de rest van Europa.
Kortom, de Nederlandse consument betaalt niet alleen meer, maar ook iets sneller meer dan de gemiddelde Europeaan.
Wat betekent dit voor de portemonnee?
Voor consumenten is 3,3 procent inflatie niet alleen een getal – het is een gevoel. De bakker om de hoek die z’n broodprijs weer verhoogt, het maandelijkse energierekeningetje dat wat hoger uitvalt, het weekendje weg dat ineens een luxe wordt.
De inflatie mag dan niet meer in de extreme cijfers van 2022 zitten, het blijft knagen. De koopkracht herstelt traag, en het vertrouwen van huishoudens blijft wankel. Veel mensen hebben hun spaargeld zien slinken, of geven simpelweg minder uit “voor de zekerheid”.
Wie het optimistisch bekijkt, kan zeggen dat de economie langzaam stabiliseert. Maar voor wie elke week de kassabon bekijkt, voelt het eerder als meer van hetzelfde.
Inflatie klimt
Het CBS-rapport laat zien dat de inflatie niet meer zo onvoorspelbaar is als een paar jaar geleden, maar ook nog niet echt onder controle. De prijzen bewegen op en neer, beïnvloed door alles van olieprijzen tot vakantiedagen.
Eén ding is zeker: zolang de brandstofprijs stijgt en de bungalowparken vol blijven, blijft inflatie voor velen geen abstract economisch begrip, maar een dagelijkse realiteit – eentje die voelbaar is in elke euro die je uitgeeft.