Inflatie in augustus
Economisch

Inflatie in augustus licht gedaald naar 2,8 procent – wat zegt dat eigenlijk?

2 september
DoorMike
Mike

Mike schrijft duidelijke, scherpe en soms eigenwijze artikelen over alles wat er speelt in Nederland en soms het buitenland. Van opvallend nieuws en slimme tips tot wonen, werk, tech en meer. Geen wollige taal of lo…

Bekijk volledige bio

De inflatie in Nederland kwam in augustus 2025 uit op 2,8 procent, zo blijkt uit de snelle raming van het CBS. Dat is een fractie lager dan in juli, toen de stijging van de consumentenprijzen nog 2,9 procent bedroeg. Op papier lijkt zo’n verschil van 0,1 procentpunt nauwelijks noemenswaardig. Maar achter dat cijfertje schuilt wel degelijk een verhaal over hoe prijzen zich ontwikkelen en vooral hoe wij als consumenten dat in ons dagelijks leven ervaren.



Wat betekent die snelle raming eigenlijk?

Een snelle raming is, zoals de naam al suggereert, een eerste schatting. Het CBS baseert zich op gegevens die al beschikbaar zijn, maar het beeld is nog niet compleet. De definitieve cijfers verschijnen pas op 9 september. Soms wijken die niet veel af, soms blijkt er achteraf toch een subtiel verschil te zitten. Vergelijk het met het eerste weerbericht van de dag: vaak klopt het wel, maar soms gooit een onverwachte bui de planning alsnog in de war.

"Grafiek CPI jaarmutatie productgroepen augustus 2025: diensten en voedingsmiddelen grootste stijgers, energie en industriële goederen lager."
Foto: CBS

In die voorlopige berekening zien we dus dat de inflatie op jaarbasis 2,8 procent bedraagt. Dat wil zeggen: de gemiddelde prijzen in augustus lagen 2,8 procent hoger dan in augustus 2024. En wie zijn boodschappenkar deze zomer heeft gevuld, zal dat in zekere zin herkennen. Een pak koffie is nog altijd duurder dan twee jaar geleden, al lijkt de scherpe prijsstijging van vorig jaar iets te zijn afgevlakt.

Prijsstijging van maand op maand

Kijk je niet naar een jaar, maar gewoon van juli naar augustus, dan stegen de prijzen gemiddeld met 0,2 procent. Dat klinkt klein – een tiende hier, een paar cent daar – maar wie goed oplet, merkt dat bepaalde producten ineens opvallend meer kosten. En dan speelt het seizoen ook nog een rol.

Neem vliegtickets. In augustus is de vakantiepiek, en dus zijn tickets naar populaire bestemmingen traditioneel duurder. In september dalen ze vaak weer. Hetzelfde geldt voor fruit en groente: een bakje aardbeien in juni koop je voor een paar euro, maar in de herfst betaal je makkelijk het dubbele. Dit soort prijsbewegingen zijn tijdelijk en zeggen weinig over de structurele inflatie. Maar voor gezinnen die hun zomervakantie boeken, is het verschil meteen voelbaar.

Verschillen tussen productgroepen

In de snelle raming geeft het CBS alvast een eerste inkijkje in de prijsontwikkeling per productgroep, al zijn de details pas in september volledig beschikbaar. Traditioneel zijn het juist die details die interessant zijn: stijgen energieprijzen weer na een dip? Blijven diensten zoals verzekeringen en abonnementen duurder worden? En wat doen voedingsmiddelen, die eerder flink bijdroegen aan de inflatie?

De ervaring leert dat juist de vaste lasten – huur, energie, verzekeringen – het zwaarst wegen in de beleving van inflatie. Een liter melk die 5 cent duurder wordt, valt minder op dan een zorgverzekering die jaarlijks met tientallen euro’s stijgt.

CPI versus HICP – twee manieren van kijken

Het CBS rekent met twee verschillende indexen: de bekende CPI (consumentenprijsindex) en de Europees geharmoniseerde HICP. In augustus kwam de HICP uit op 2,4 procent, iets lager dan de 2,5 procent in juli.

Het verschil tussen beide methodes zit vooral in hoe er wordt omgegaan met wonen. De CPI houdt rekening met huurstijgingen en rekent voor huiseigenaren alsof ze huur zouden moeten betalen voor hun woning. De HICP laat dat buiten beschouwing. Daardoor is het Nederlandse cijfer volgens de HICP doorgaans wat lager.

Voor beleidsmakers in Brussel en Frankfurt is die HICP belangrijker, omdat hij landen beter met elkaar laat vergelijken. Voor de Nederlander die aan het einde van de maand zijn hypotheek en energierekening moet betalen, voelt de CPI vaak echter realistischer.

Waarom inflatie nooit helemaal objectief voelt

Cijfers zijn objectief, zo lijkt het, maar inflatie voelt voor iedereen anders. De officiële 2,8 procent zegt niets over hoe een gezin met drie kinderen in een huurwoning de prijsstijging ervaart, vergeleken met een alleenstaande eigenaar van een koophuis.

"Lijn grafiek inflatie Nederland 2020-2025: sterke piek boven 14 procent in 2022, daarna daling naar circa 3 procent in 2025."
Foto: CBS

Stel: je rijdt veel auto en tankt elke week. Dan weegt een stijging van de brandstofprijs zwaarder voor jou dan voor iemand die dagelijks de trein neemt. Andersom merkt een treinreiziger meer van hogere abonnementskosten. Dat verklaart ook waarom discussies over inflatie vaak zo emotioneel worden. Het raakt direct aan het huishoudboekje en dat voelt persoonlijker dan welke macro-economische analyse dan ook.

Vooruitblik: nieuw basisjaar vanaf 2026

Een detail dat snel onder de radar verdwijnt maar toch relevant is: vanaf 2026 krijgen de CPI en de HICP een nieuw basisjaar. Nu staat 2015 nog gelijk aan 100 punten, straks wordt dat 2025. Waarom dat belangrijk is? Omdat consumptiepatronen veranderen.

In 2015 was streaming nog in opkomst en werden veel mensen geacht een televisie-abonnement te hebben. Tien jaar later is dat compleet verschoven. Nieuwe technologieën, ander eetgedrag, elektrische auto’s – al die veranderingen maken dat het oude referentiejaar steeds minder representatief is.

Het nieuwe basisjaar zorgt er dus voor dat de index beter aansluit bij de werkelijkheid. Overigens worden de oude cijfers niet herschreven. Je kunt dus nog steeds de inflatie van 2017 terugzoeken, maar vanaf 2026 kijk je in feite naar een nieuwe meetlat.

Wat betekent dit voor jou en mij?

Voor de meeste mensen is inflatie geen abstract getal maar een gevoel. Het moment dat je merkt dat je favoriete brood ineens 40 cent duurder is, of dat de verzekeraar wéér een verhoging aankondigt. Het CBS kan de cijfers in keurige tabellen presenteren, maar uiteindelijk gaat het om de vraag: hou je aan het einde van de maand iets over of niet?

Een inflatie van 2,8 procent klinkt beheersbaar – zeker vergeleken met de pieken van boven de 10 procent die we in 2022 zagen. Toch is het geen reden om achterover te leunen. Voor spaarders knaagt inflatie nog steeds aan de waarde van hun geld. Voor mensen met schulden kan het juist gunstiger zijn, omdat de reële waarde van die schuld langzaam afneemt.

En zo blijft inflatie een soort onzichtbare kracht die ieders leven net een beetje anders raakt. Voor de één een reden tot zorg, voor de ander een cijfer in de krant dat al snel weer vergeten is.

Relevante artikelen

Bekijk meer