defensiebedrijven
Economisch

Defensiebedrijven knallen op de beurs – is dat logisch of gevaarlijk?

16 juni
DoorMike
Mike

Mike schrijft duidelijke, scherpe en soms eigenwijze artikelen over alles wat er speelt in Nederland en soms het buitenland. Van opvallend nieuws en slimme tips tot wonen, werk, tech en meer. Geen wollige taal of lo…

Bekijk volledige bio

Hoe defensiebedrijven Europa’s beurs domineren

Eerst even dit: sinds de Russische inval in Oekraïne – inmiddels ruim drie jaar geleden – is de marktwaarde van Europese defensiebedrijven bijna verviervoudigd. Geen typefout. Terwijl Amerikaanse branchegenoten achterblijven, lijken Europese wapengiganten koersrecords te breken alsof het niks is.

Beleggers zijn in de ban. Van stijgende budgetten. Van geopolitieke onrust. Van de hoop op dikke exportcontracten. Maar — laten we het beestje bij de naam noemen — de waarderingen zijn inmiddels wel héél enthousiast. Dus: is dit allemaal nog wel realistisch? Of zitten we midden in een bubbel waar niemand zin in heeft om in te prikken?

Defensiebedrijven knallen op de beurs – is dat logisch of gevaarlijk?
Defensiebedrijven knallen op de beurs – is dat logisch of gevaarlijk? / Foto: Shutterstock

Oorlog als beurskatalysator

Het klinkt cru, maar oorlog is goed voor de defensiebedrijven. Vraag dat maar aan de aandeelhouders van Rheinmetall of Saab. Sinds het begin van de invasie is de beurswaarde van sommige Europese spelers verdriedubbeld of meer.

Deels komt dat doordat Rusland, ooit een grote speler op de wapenmarkt, zichzelf buitenspel heeft gezet. Westerse landen willen niet langer zaken doen met Moskou. En dus kijkt de rest van de wereld naar Europa – met open portemonnee.

Tegelijk zijn veel Europese landen plots wakker geworden. Duitsland. Frankrijk. Zelfs Nederland. Jarenlang waren defensiebudgetten een sluitpost. Nu rollen er miljarden van de band, richting tanks, drones en munitie.

Meer geld, meer wapens, meer winst

Neem het VK. Daar wil men naar 2,5% van het bbp aan defensie-uitgaven, en mikken ze zelfs op 3% op termijn. In Duitsland zijn de strikte begrotingsregels tijdelijk ‘on hold’ gezet om herbewapening mogelijk te maken. De Europese Commissie denkt ondertussen aan 800 miljard euro aan ruimte, als het aanpassingen doorvoert via het ReArm Europe-plan.

Niet alles daarvan komt bij bedrijven terecht. Maar toch: een aanzienlijk deel van dat geld stroomt richting industrie. Vooral als het, zoals analisten hopen, wordt uitgegeven aan materieel en niet aan papierwerk of bureaustoelen.

Tussen 2014 en nu is het aandeel van uitgaven aan militair materieel in NAVO-landen (behalve de VS) al gestegen van 18% naar ruim 33%. Morgan Stanley verwacht dat dit richting de 50% gaat. Wie maakt dat allemaal? Juist.

De cijfers zijn bizar – in beide richtingen

De koersstijgingen zijn dus ergens logisch. Maar het tempo? Dat is even slikken. Bloomberg rekende uit dat de koers-winstverhouding van de sector begin 2025 al op ruim 43 lag. Ter vergelijking: dat is Netflix-niveau, zonder het bingewatchpubliek.

Tegelijk zijn er best overtuigende redenen waarom beleggers dat geen probleem vinden. Analisten bij Goldman Sachs en Deutsche Bank rekenen voor 2027 op 30% meer omzet dan in 2024, en bijna vier keer zoveel winst dan in 2021 – het jaar vóór de invasie.

Als Europa ook nog eens z’n eigen spullen gaat kopen — de EU mikt op 50% binnenlandse inkoop in 2030, terwijl dat nu nog niet eens 20% is — dan kan de omzet verdriedubbelen ten opzichte van 2021. Dat is geen nattevingerwerk; dat is Morgan Stanley’s basisscenario. Klinkt lekker, maar het moet nog wel gebeuren.

Export, export, export

Naast de binnenlandse hausse speelt er nog iets: Europa pikt steeds meer marktaandeel op in de wereldwijde wapenexport. Tien jaar geleden was dat zo’n 21%, nu bijna 28%. Rusland valt weg, Amerika kijkt vooral naar eigen prioriteiten, en ineens is daar Airbus Defence met een order uit Indonesië of Thales dat raketten levert aan Roemenië.

Het voelt alsof Europa zichzelf opnieuw uitvindt, althans in deze sector. Van weifelend naar gewild.

En die bubbel dan?

Ja, goede vraag. Want als je alleen naar de waardering kijkt, dan schrik je misschien. Maar… het is iets genuanceerder.

Allereerst: de financieringskosten (WACC) van defensiebedrijven gaan waarschijnlijk omlaag. Dat komt doordat:

  1. Institutionele beleggers hun “wij sluiten defensiebedrijven uit”-beleid langzaam herzien. Cynisch misschien, maar realistisch.
  2. Particulieren minder krampachtig zijn over moraal. Oorlog is opeens geen ver-van-je-bedshow meer, maar iets waarvoor je je belastinggeld wíl inzetten.
  3. Overheden vaker meerjarige defensiebudgetten opstellen, zoals in Griekenland. Dat maakt de sector minder afhankelijk van politieke buien of verkiezingsuitslagen.

Minder risico = lagere rendementseis = hogere waarderingen kunnen makkelijker door de beugel.

Tussen logica en lucht

Dus ja, de koersstijgingen zijn verklaarbaar. Zeker. Maar zijn ze houdbaar? Dat is wat anders.

Want stel dat er politieke weerstand ontstaat. Of dat budgetdoelen niet worden gehaald. Of dat landen alsnog besluiten om Amerikaans in te kopen, zoals Nederland vaak doet. Dan kunnen de scenario’s van zakenbanken ineens flink worden bijgesteld.

Er is logica. Er is groei. Maar er is ook emotie. Oorlog is geen Excel-sheet. En aandelenkoersen bewegen niet alleen op cijfers, maar ook op sentiment. Dat moet je niet vergeten.

Geen bubbel, maar wel spanning

De Europese defensiesector zit midden in een ongekende groeifase. En tot nu toe lijkt dat grotendeels terecht. De fundamentals — zoals ze dat zo lekker noemen — zijn robuust.

Maar wie met driedubbele groeicijfers rekent, moet ook incalculeren dat de toekomst zelden precies zo loopt.

Is er een bubbel? Vooralsnog niet. Maar als we over drie jaar terugkijken en de helft van die budgetten is gesneuveld in verkiezingsretoriek of boekhoudregels, dan gaan er wel mensen nat.

Voor nu lijkt de sector solide. Maar het blijft beleggen — niet gokken.

Relevante artikelen

Bekijk meer