Wat kost het om de planeet op te warmen? Shell weet daar inmiddels een antwoord op. Al zullen ze het zelf waarschijnlijk anders formuleren.
Stel je voor: je zit op een verjaardagsfeestje en iemand vertelt tussen de chips en de lauwe rosé door dat Shell sinds 1991 verantwoordelijk is voor zo’n 1,42 biljoen euro aan klimaatschade. Biljoen, ja. Dat is twaalf nullen. En nee, dat is geen grapje of overdreven retoriek – het staat zwart op wit in een keihard wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in het blad Nature.
Je zou bijna denken dat dit de openingsscène is van een documentaire. Maar dit is dus gewoon waar we nu staan.
Shell en klimaatschade
De schuldigen hebben een prijskaartje
Er is jarenlang over gepraat – wie is er nou eigenlijk verantwoordelijk voor die smeltende poolkappen, mislukte oogsten en oververhitte steden? Wij allemaal een beetje, toch? Dat was lang het narratief. Iedereen draagt een steentje bij. Lekker veilig, lekker vaag.
Maar volgens onderzoekers van Dartmouth College is die smoes nu wel uitgewerkt. Ze hebben de uitstoot van 111 van ’s werelds grootste fossiele bedrijven onder de loep genomen, en die gelinkt aan economische schade. Niet aan een vage, ongrijpbare “toekomstige generaties”-achtige schade, maar keiharde euro’s. Of dollars, eigenlijk. Ruim 24 biljoen aan wereldwijde klimaatschade tussen 1991 en 2020.
Shell’s aandeel daarin? 1,42 biljoen euro. Das war einmal een olierampje hier of daar. Dit is een permanente staat van schade.
Wiskunde voor rechtszaken
Wat hier bijzonder aan is – en waarom de oren van menig jurist begonnen te flapperen – is dat je nu niet alleen kunt roepen: “Shell is slecht voor het klimaat!”, maar dat je ook kunt zeggen: “En hier is de bon.”
Professor Justin Mankin, één van de onderzoekers, zei het mooi: jarenlang konden bedrijven zich verschuilen achter een collectief schuldgevoel. “Wie zegt dat mijn CO₂ verantwoordelijk is voor jouw mislukte oogst?” Nou, nu kunnen we dat dus wél zeggen. Letterlijk. Met decimalen en al.
Klimaatrechtspraak in opmars
Vooral in de VS – waar advocaten met grote dromen en nog grotere schadeclaims zich kunnen uitleven – zijn deze cijfers kassa. Echt. Het Amerikaanse rechtssysteem werkt namelijk zo dat je als eiser niet per se de proceskosten van de tegenpartij hoeft te vergoeden als je verliest. Dus waarom geen claim indienen van, zeg, 500 miljard? Het risico is laag, de potentiële opbrengst absurd hoog.
In Europa werkt het anders. Hier draait het in klimaatprocessen – denk aan Urgenda – vaker om het veranderen van beleid dan om geld binnenharken. Maar ook hier zou deze nieuwe data weleens olie op het vuur kunnen zijn. Of water op de molen. Kies zelf.
Maar wie profiteert er echt?
Niet iedereen is even enthousiast over miljardenclaims van rijke staten. Jurist Jasper Teulings, van het Climate Litigation Network, wijst op het ongemak: “Uiteindelijk zijn het rijke gebieden als Californië die miljarden eisen van nog rijkere oliebedrijven. Terwijl mensen in het mondiale zuiden – die het hardst worden geraakt door klimaatverandering – buiten beeld blijven.”
En daar zit wat in. Want hoe gerechtvaardigd ook, de juridische arena is vaak voor wie er toegang tot heeft. En dat zijn niet de boeren in Bangladesh die hun rijstoogst zien verdampen bij 48 graden in de schaduw.
Een lesje introspectie voor bedrijven?
Toch biedt het onderzoek ook kansen voor bedrijven die – laten we niet alle hoop verliezen – iets goeds willen doen. “Bedrijven worden steeds meer data-gedreven,” zegt advocaat Marieke Faber. “Ze willen inzicht. En dit soort methodologie kan daarbij helpen.”
Met andere woorden: als je Shell bent, of Exxon, of een ander klimaat-onvriendelijk fossiel zwaargewicht, dan kun je dit zien als een wake-up call. Een spreadsheet met gevolgen. En misschien, heel misschien, is het ook een uitnodiging tot verandering. Al is dat optimistisch gedacht, geef ik toe.