Er waait een klein briesje van vernieuwing over het Nederlandse platteland. Niet groot genoeg om het stof van eeuwenoude schuren volledig weg te blazen, maar het is er. In 2025 is 10 procent van de bedrijfshoofden en bedrijfsleiders in de landbouw jonger dan 40 jaar. Tien jaar geleden was dat nog maar 8 procent. Geen revolutie, wel een duidelijke knipoog naar een nieuwe generatie die het durft op te nemen tegen hoge grondprijzen, strengere milieuregels en een markt die zelden voorspelbaar is.
Maar laten we niet doen alsof dit het hele verhaal vertelt. In diezelfde periode steeg het aandeel boeren van 67 jaar en ouder van 17 naar 21 procent. Terwijl er dus jonge gezichten bijkomen, neemt de grijze golf sneller toe. Dat zegt veel over hoe ingewikkeld het nog altijd is om de boerderij van je ouders over te nemen – laat staan er zelf één te beginnen.
Jonge boeren rukken voorzichtig op
Bijna 5.000 jonge boeren, maar minder bedrijven dan ooit
Cijfers liegen niet: in 2025 telt Nederland bijna 5.000 landbouwbedrijven met een jong bedrijfshoofd of bedrijfsleider. Dat is best een prestatie als je bedenkt dat het totale aantal land- en tuinbouwbedrijven al decennialang daalt. Waar in de jaren ‘80 elk dorp nog meerdere boerderijen telde, is dat nu soms teruggebracht tot één groot, modern bedrijf aan de rand van de bebouwde kom.

En die bedrijven zijn niet alleen groter qua oppervlakte, maar ook qua omzet. Toch speelt één probleem steeds opnieuw op: een groot deel heeft geen opvolger. Niet zelden komt dat pas aan het licht als de boer in kwestie al tegen zijn pensioenleeftijd zit. Dan is het vaak te laat voor een soepele overgang, en wordt de grond verkocht aan een buurman of een projectontwikkelaar.
Tuinbouw trekt jong talent – akkerbouw vergrijst hard
Wie naar de sectoren kijkt, ziet flinke verschillen. De tuinbouw scoort het hoogst met 13 procent jonge boeren. Geen verrassing, want in kassen in het Westland of Noord-Holland wordt vaak geïnvesteerd in nieuwe technologie. Vertical farming, robotisering en precisieteelt trekken nu eenmaal sneller jonge ondernemers aan.
Daartegenover staat de akkerbouw, waar maar liefst 31 procent van de boeren 67 jaar of ouder is. Hier liggen de uitdagingen anders. Uitgestrekte percelen, dure machines en afhankelijkheid van wisselvallige oogsten maken de stap voor starters groot. Bovendien zijn er vaak geen directe familieleden die het bedrijf willen overnemen, waardoor veel akkerbouwbedrijven langzaam richting een einde schuiven.
In totaal telt Nederland 10.500 agrarische bedrijven met een bedrijfshoofd of bedrijfsleider van 67 jaar of ouder. Bijna de helft daarvan heeft een graasdierbedrijf, wat laat zien dat de vergrijzing niet één specifieke tak treft, maar breed over de landbouw verspreid is.
Grote bedrijven vaker jong aan het roer

Opvallend genoeg hebben grotere landbouwbedrijven relatief vaker een jonge eigenaar. In 2025 zijn er bijna 15.000 bedrijven met een Standaard Opbrengst (SO) van 500.000 euro of meer. Bij 14 procent daarvan staat iemand jonger dan 40 jaar aan het roer. Dat klinkt logisch: grotere bedrijven hebben vaak meer kapitaal, wat het makkelijker maakt om te investeren in innovatie en personeel – iets waar jonge ondernemers vaak enthousiast over zijn.
Ter vergelijking: bij deze grote bedrijven is slechts 9 procent van de bedrijfshoofden 67 jaar of ouder. Grootschaligheid en modernisering lijken dus in het voordeel van de jongere generatie te werken.
Westland koploper, Westelijk Rijnland hekkensluiter

Kijk je naar de kaart van Nederland, dan vallen de regionale verschillen meteen op. In het Westland en de Zuid-Hollandse Droogmakerijen is het aandeel jonge bedrijfshoofden het hoogst: 15 procent. Geen toeval, want dit is het hart van de Nederlandse tuinbouw. Jonge ondernemers uit de regio krijgen hier vaak de kans om door te groeien binnen familiebedrijven of samenwerkingen op te zetten met investeerders.
Andere gebieden waar jonge boeren relatief sterk vertegenwoordigd zijn:
- Noordoostpolder – 14%
- Zuidwestelijk Weidegebied in Drenthe – 14%
- Centraal Tuinbouwgebied in Utrecht – 13%
En dan het andere uiterste: in het Westelijk Rijnland is het aandeel jonge boeren met 6 procent het kleinst. Dit gebied kent veel kleinere bedrijven, vaak met beperkte uitbreidingsmogelijkheden, en een sterk vergrijsde agrarische gemeenschap.
Vooruitgang met een kanttekening
De lichte groei van het aantal jonge boeren is goed nieuws, maar ook fragiel. Landbouwwoordvoerder van LTO Nederland, Dirk Bruins, zegt daarover:
“Bedrijfsovernames kosten veel geld en vergen lange termijn zekerheid. Alleen met stabiel beleid kunnen jonge boeren echt een toekomst opbouwen.”
Dat stabiele beleid ontbreekt volgens veel boeren. Denk aan wisselende stikstofregels, steeds veranderende subsidieregelingen en onzekerheid over grondprijzen. Voor jonge boeren die vaak zwaar lenen bij de bank, is dat een risico.
Tegelijkertijd hoor je bij veel jonge agrariërs ook optimisme. Ze zien kansen in duurzame landbouw, korte ketens en nieuwe exportmarkten. Sommigen kiezen ervoor om direct aan consumenten te verkopen via boerderijwinkels of online platforms, waardoor ze minder afhankelijk zijn van de grillige wereldmarkt.
Een persoonlijke noot
Wie weleens op een boerderij komt waar een dertiger aan het roer staat, voelt vaak meteen de energie. Jonge boeren experimenteren sneller, staan open voor samenwerking en pakken problemen vaak anders aan. Een boer uit de Groningen vertelde me ooit dat hij geen seconde spijt had van de overname van het bedrijf van zijn ouders, maar dat hij “eerlijk gezegd soms meer tijd kwijt is aan papierwerk en vergunningen dan aan de koeien.”
Het zijn die realistische verhalen die laten zien: ja, er komt een nieuwe generatie aan, maar nee, het pad is niet geplaveid met goud.
De vergrijzing zet door
De cijfers van het CBS laten zien dat jonge boeren terrein winnen, maar langzaam. De vergrijzing zet ondertussen onverminderd door, vooral in sectoren als akkerbouw. De toekomst van de landbouw in Nederland zal afhangen van beleid dat niet alleen vernieuwing stimuleert, maar ook zekerheid biedt. Want zonder die zekerheid is de kans groot dat de lichte groei van vandaag over tien jaar weer verdampt.
FAQ – Veelgestelde vragen over jonge boeren in Nederland
1. Wat is het percentage jonge boeren in 2025?
In 2025 is 10% van de bedrijfshoofden of bedrijfsleiders in de landbouw jonger dan 40 jaar.
2. In welke sector zitten de meeste jonge boeren?
De tuinbouw heeft het hoogste aandeel jonge boeren (13%), gevolgd door hokdierbedrijven (12%).
3. Welke sector is het meest vergrijsd?
De akkerbouw: 31% van de boeren is daar 67 jaar of ouder.
4. Hoeveel landbouwbedrijven hebben geen opvolger?
Een groot deel van de bedrijven heeft geen bedrijfsopvolger, exacte percentages verschillen per sector.
5. Waar in Nederland wonen de meeste jonge boeren?
In het Westland en de Zuid-Hollandse Droogmakerijen, waar 15% van de boeren jonger is dan 40 jaar.
6. Wat zijn de grootste uitdagingen voor jonge boeren?
Hoge grondprijzen, strenge milieuregels, wisselend beleid en toegang tot financiering.