Wie weleens een lange werkdag achter een bureau heeft doorgebracht, weet dat de uren ongemerkt voorbij kunnen glijden. Even koffie halen, terug naar het scherm, misschien nog een korte call tussendoor, en voor je het weet is de dag voorbij zonder dat je écht veel bewogen hebt. Uit recent onderzoek van het CBS en TNO blijkt dat dit gevoel klopt: Nederlandse werknemers zitten gemiddeld 8,9 uur per werkdag. En dat cijfer is de afgelopen vijf jaar nauwelijks veranderd.
“Nederland zit vast”
De cijfers op een rij
Gemiddeld besteden werknemers op een werkdag 4,5 uur zittend tijdens het werk zelf, 1,1 uur in woon-werkverkeer (mits ze niet fietsen), en nog eens 3,3 uur in hun vrije tijd. Bij elkaar bijna negen uur – oftewel een volledige werkdag op een stoel of bank.
Interessant is dat dit nauwelijks verschilt van 2019. Toen lag het gemiddelde op 8,6 uur. Je zou denken dat het massale thuiswerken na corona structureel iets zou veranderen, maar dat lijkt dus mee te vallen – of tegen, afhankelijk van hoe je het bekijkt.
Het onderzoek is gebaseerd op de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), waarin ruim 60.000 werknemers zijn gevraagd naar hun dagelijkse zitgedrag. Een omvangrijke steekproef, en dus een stevig signaal.

Waarom zitten we zo veel?
Veel zitten is voor de meeste banen simpelweg onvermijdelijk. Wie achter een computer werkt, komt er niet onderuit. Maar het is ook een keuze, bewust of onbewust. In de trein toch maar even dat mailtje wegwerken, ’s avonds een serie kijken in plaats van een wandeling maken.
Toch is het niet zonder gevolgen. Langdurig zitten wordt al jaren in verband gebracht met gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten, overgewicht en zelfs een verhoogd risico op vroegtijdig overlijden. “Zitten is het nieuwe roken,” wordt weleens gezegd. Dat klinkt misschien overdreven, maar het geeft wel aan dat we te maken hebben met een serieus maatschappelijk probleem – en dus ook met oplopende kosten in de zorg.
ICT’ers zitten het meest
De verschillen per beroepsgroep zijn groot. Werknemers in ICT-beroepen, zoals databank- en netwerkspecialisten, brengen de meeste tijd zittend door tijdens hun werk: gemiddeld 7,1 uur per dag. Dat is niet verrassend – wie dagelijks code schrijft of netwerken onderhoudt, doet dat zelden lopend.
Ook accountants en administratieve krachten zitten veel: vergaderingen, spreadsheets, rapportages… het gebeurt allemaal achter een bureau.
Daarentegen scoren dienstverlenende beroepen zoals kelners, barpersoneel en schoonmakers opvallend laag: gemiddeld maar 1,1 uur per werkdag. Voor hen is bewegen juist de norm, en stilzitten een uitzondering.

Een grappig detail: sommige schoonmakers geven zelfs aan dat ze meer zitten tijdens de lunchpauze dan tijdens hun werk. Het contrast met een programmeur die na zijn werkdag nog wat gamet, kan bijna niet groter zijn.
Thuiswerkers zitten aanzienlijk meer
Een opvallend verschil zit tussen thuiswerkers en mensen die altijd op locatie werken. Werknemers die (deels) thuiswerken, zitten gemiddeld 6,3 uur tijdens hun werkdag. Hun collega’s op kantoor of in de winkel komen niet verder dan 3,0 uur.
Dat verschil is logisch. Thuis is er minder reden om te bewegen. Je loopt niet even naar een collega voor overleg, je hoeft niet naar een vergaderruimte en vaak is de lunch letterlijk een paar meter verderop.
Interessant genoeg zitten werknemers die altijd thuiswerken nét iets minder lang dan collega’s die het grootste deel van hun tijd thuiswerken. Dat klinkt vreemd, maar misschien zoeken fulltime thuiswerkers juist vaker de buitenlucht op – een ommetje tussen calls door, of een rondje met de hond.

Schermtijd als zitradar
Het onderzoek laat ook zien dat beeldschermgebruik een directe link heeft met zituren. Wie dagelijks zes uur of meer achter een scherm zit, komt gemiddeld op 6,8 uur per werkdag zitten. Bij minder dan zes uur schermtijd zakt dat naar 2,7 uur.
Het is eigenlijk een soort onzichtbare zitradar: hoe meer schermtijd, hoe langer iemand zit. En met de opkomst van hybride werk en digitale tools is dat een trend die niet snel zal verdwijnen.
Dienstverleners thuis: drie keer zoveel zituren
Het verschil tussen thuiswerkers en niet-thuiswerkers is in sommige sectoren bijna schokkend. Neem de dienstverlenende beroepen. Daar zitten thuiswerkers gemiddeld 3,3 uur per werkdag, terwijl hun collega’s op locatie slechts 1,0 uur halen. Een factor drie verschil.

Ook commerciële beroepen laten een flinke kloof zien: thuiswerkers zitten gemiddeld 6,6 uur, niet-thuiswerkers 2,2 uur. Bij ICT’ers, accountants en administratieve functies is het verschil minder groot. Daar is zitten sowieso al de norm.
Wat kunnen we ermee?
De cijfers zijn helder, maar de vraag blijft: wat doen we ermee? Bedrijven proberen al jaren hun medewerkers in beweging te krijgen met sta-bureaus, wandelvergaderingen of sportprogramma’s. Soms helpt het, soms ook niet.
Misschien zit de oplossing in kleine gedragsveranderingen. Even een belletje doen terwijl je rondloopt. Niet de lift, maar de trap nemen. En ja, zelfs die cliché-tip om bij ieder telefoontje te gaan staan kan al verschil maken.
Feit is: het zitgedrag van Nederlandse werknemers lijkt hardnekkig. Ondanks bewustwording en meer flexibiliteit in werkvormen, blijven we gemiddeld bijna negen uur per dag zitten. Het is een patroon dat niet van de ene op de andere dag zal verdwijnen.