Na weken van handelsspanningen lijken de Verenigde Staten en China elkaar eindelijk even rust te gunnen. In een voorlopig handelsakkoord beloven beide landen hun torenhoge importheffingen fors te verlagen. Maar is dit een echte doorbraak, of gewoon een diplomatiek adempauze?
Handelsakkoord?
Drie maanden ademruimte – meer niet
De Verenigde Staten en China hebben elkaar weer even gevonden. Niet in liefde, wel in noodzaak. Beide landen kondigden maandag aan dat ze voor een periode van 90 dagen hun onderlinge importheffingen flink verlagen. Een diplomatiek gebaar, zeggen ze. Of een tactische pauze in een conflict dat al jaren voortkabbelt en af en toe fel oplaait.
De verklaring werd vrijgegeven vanuit Genève – neutraal terrein, zoals het hoort. En ja, op papier is het indrukwekkend. De Amerikanen halen hun heffingen op Chinese goederen omlaag van 145% naar 30%. China doet hetzelfde: van 125% naar een bescheiden 10% op Amerikaanse producten. Maar wat betekent dat nu echt?
Nou ja, in elk geval dat containerschepen met spullen niet langer zuchten onder torenhoge douanekosten. En dat is goed nieuws voor bedrijven aan beide kanten van de Stille Oceaan. Maar volgens ingewijden (en eigenlijk weet iedereen dit wel) zijn de échte hete hangijzers nog lang niet van tafel.
Over fentanyl, frustratie en gemiste afspraken
Neem fentanyl, bijvoorbeeld. De synthetische opioïde die de VS in een wurggreep houdt. President Trump – terug van nooit weggeweest – blijft volhouden dat China de bron is van het probleem. Hij wijst er regelmatig op alsof hij het in z’n binnenzak heeft zitten. “China moet stoppen met het doden van onze jongeren,” zei hij eerder dit jaar nog. Beijing, uiteraard, is ‘not amused’.
In het handelsakkoord wordt daarover vrijwel niets gezegd. Geen afspraken, geen maatregelen. Hooguit een vage belofte dat er een “mechanisme” komt om over economische relaties te blijven praten. Wat dat mechanisme precies is? Geen idee. Een comité, een e-mailgroep, een wekelijkse Zoomcall? Het blijft onduidelijk.
Beurzen in jubelstemming – voor zolang het (handelsakkoord) duurt

De markten, altijd hongerig naar goed nieuws, hapten meteen toe. De AEX schoot met 1,7% omhoog en tikte weer boven de 900 punten aan – een niveau dat beleggers een prettig warm gevoel geeft, al weet niemand precies waarom. De DAX in Frankfurt deed gezellig mee, ook +1,7%. In Londen bleef het allemaal wat voorzichtiger: de FTSE 100 steeg met 0,8%, alsof men daar eerst nog even wil kijken of dit niet weer zo’n diplomatieke ballon is die langzaam leegloopt. Parijs dan weer wel enthousiast: CAC 40 +1,5%.
Het is klassiek beursgedrag. Goed nieuws? Koersen omhoog. Slecht nieuws? Paniek. Geen nieuws? Twijfel. En dit tijdelijke akkoord? Dat valt precies in de categorie “we weten het niet, maar het klinkt positief, dus let’s go.”
Politiek belang groter dan economische motieven?
Volgens Teeuwe Mevissen, China-econoom bij de Rabobank, spelen er meer belangen dan alleen handel.
Met andere woorden: het is misschien wel fijner shoppen bij Walmart de komende maanden, maar het echte doel ligt in Washington. Of eigenlijk: in de stemhokjes van Pennsylvania en Arizona.
China heeft trouwens óók reden om mee te bewegen. Hun export daalde de afgelopen kwartalen flink en binnenlandse groei blijft achter bij de verwachtingen. Dus ja, een beetje rust in de handelsoorlog is voor iedereen welkom.
En nu?
Negentig dagen. Dat is alles. Geen blijvende oplossing, geen grootse doorbraak, maar een moment van stilte na een jarenlange kakofonie van sancties, verwijten en economische spierballentaal. Of deze wapenstilstand het begin is van iets duurzaams? Niemand durft het te zeggen.
Maar voorlopig rollen de containers weer, stromen de dollars en yuan opnieuw iets makkelijker, en lijken de presidenten aan beide kanten van de oceaan even adem te halen.
Hoe lang dat duurt? Vraag het over drie maanden nog maar eens.