Qatar
Buitenland

Waarom de Qatarezen blij zijn dat Trump hun 747 wil overnemen

22 mei
DoorMike
Mike

Mike schrijft duidelijke, scherpe en soms eigenwijze artikelen over alles wat er speelt in Nederland en soms het buitenland. Van opvallend nieuws en slimme tips tot wonen, werk, tech en meer. Geen wollige taal of lo…

Bekijk volledige bio

Donald Trump wil een nieuwe presidentiële jumbojet. De Qatarese koninklijke familie wil van hun oude af. Soms komt alles gewoon samen.

De heersers van Qatar – bekend om hun diepe zakken en een vloot privéjets waar menig oliemagnaat jaloers op zou zijn – lijken eindelijk een oplossing gevonden te hebben voor een probleem dat geen medelijden opwekt: wat te doen met een overbodige Boeing 747. Niet zomaar een trouwens, maar eentje die ooit een prijskaartje van honderden miljoenen droeg en meer weg heeft van een vliegend paleis dan een vliegtuig.

Enter Donald J. Trump.

De Amerikaanse president, die nog altijd moppert over de eindeloze vertragingen bij de vervanging van Air Force One, zou volgens insiders wel oren hebben naar de 747 die nu stof staat te vangen in Qatar. Een prachtig uitgevoerde jet – crème interieur, houten afwerking, slaapkamers, vergaderzalen – die vooral straalt: kijk mij eens belangrijk zijn.

Waarom weggeven?

Nou ja, waarom niet. De Qatari’s proberen al sinds 2020 van het toestel af te komen, maar niemand bij zijn volle verstand wil blijkbaar nog zo’n logge, brandstofslurpende kolos. Wat ooit een statussymbool was, is nu vooral een dure herinnering aan een tijdperk waarin olie oneindig leek en klimaatgevoeligheid een hippieprobleem was.

Verkopen lukte niet. Weggeven dan maar, denken ze. Aan Trump, die het graag als ‘cadeautje voor Amerika’ zou presenteren. Twee vliegen, één klap. Qatar bespaart miljoenen aan onderhoud en opslag – en als bonus maken ze de man blij die ooit het Amerikaanse leger in hun achtertuin liet kamperen.

Van luchtpaleis naar hoofdpijn

De 747 in kwestie – met het staartnummer A7-HBJ, vernoemd naar voormalig premier en miljardair Hamad bin Jassim bin Jaber Al Thani – werd in 2012 aangeschaft voor zo’n $367 miljoen. En dat is nog zonder het interieur, dat pas drie jaar later af was. We hebben het over zijde, leer, luxe houtsoorten waar je normaal een kathedraal van zou bouwen. Dit toestel is gebouwd voor 89 mensen, niet 467 zoals de commerciële versie. Alsof je een cruiseschip koopt om er met een vriendenclubje een dagje op te gaan vissen.

Maar daar wringt ‘m de schoen. Sinds pakweg 2015 zijn deze mega-jets “een beetje” passé geworden. Niet alleen vanwege de torenhoge brandstofkosten, maar ook omdat ze op steeds minder vliegvelden kunnen landen. Of omdat ze simpelweg… gênant zijn. In een wereld die zucht onder klimaatverandering en economische ongelijkheid is een gouden plafond niet per se het toonbeeld van diplomatieke finesse.

En dan is er nog de veiligheid. “Deze dingen zijn enorme doelwitten,” zegt luchtvaartexpert Richard Aboulafia. “En ze kunnen lang niet overal landen.” Zelfs landen als Duitsland, Brunei en Saoedi-Arabië dumpen hun viermotorige monsters inmiddels voor slankere toestellen. Denk Boeing 787’s, kleinere jets – subtiel, efficiënt, en minder in your face.

Trump, de redder van de 747?

Qatar

Trump beweerde deze week op zijn platform Truth Social dat het Qatarese toestel de Amerikaanse belastingbetaler ‘honderden miljoenen dollars’ zou besparen. “Alleen een IDIOOT zou dit aanbod weigeren,” schreef hij.

Toch is het allemaal niet zo simpel als een strik eromheen en hup, Washington in. Nee, het vliegtuig moet eerst compleet gestript worden. Vervolgens moet er gezocht worden naar afluisterapparatuur, communicatiesystemen moeten worden vervangen, raketverdediging toegevoegd, en o ja – het moet bestand zijn tegen de elektromagnetische gevolgen van een kernexplosie. Kleine dingen, zeg maar.

Boeing is al jaren bezig met dit soort aanpassingen voor de twee 747’s die uiteindelijk Air Force One moeten worden. Dat project loopt trouwens hopeloos achter. Trump zelf zette het in gang, Musk mocht op zoek naar manieren om het sneller te doen. Maar Boeing kampt met personeelstekort, leveringsproblemen en de kleine uitdaging dat je niet zomaar iemand met een schroevendraaier op een presidentieel vliegtuig laat sleutelen.

Een deal vol symboliek

En voor Qatar? Die hebben nog genoeg toestellen over. De Amiri Flight heeft nog een paar jets paraat, en als dat niet genoeg is, kunnen ze altijd terugvallen op Qatar Airways, dat ook een vloot aan executive jets heeft.

Laat dat duidelijk zijn: het weggeven van deze 747 is voor Qatar geen aderlating. Eerder een diplomatiek gebaar. Zoals het land eerder miljarden stak in Amerikaanse universiteiten, denktanks en militaire samenwerking. Zoals de basis in Al Udeid, waar zo’n 10.000 Amerikaanse troepen zijn gestationeerd. Of de banden met de Trump-familie: een Trump-golfbaan in Doha is al in aanbouw, en het Qatarese staatsfonds investeert vrolijk mee met schoonzoon Jared Kushner.

Misschien is dat wel de les van dit verhaal. Wat voor de een een prestigeproject was, is voor de ander nu vooral een dure last. En soms is de beste oplossing: gewoon weggeven aan iemand die het wél graag wil.

Relevante artikelen

Bekijk meer