Nederland profileert zich als een aantrekkelijk land voor internationale bedrijven. Denk aan de centrale ligging, goed opgeleide beroepsbevolking en stabiele economie. Maar als je personeel in dienst neemt, krijg je als werkgever al snel te maken met behoorlijke werkgeversbelastingen — een zorgpunt dat soms over het hoofd wordt gezien.
Index
Extra werkgeverskosten: zo’n €17.000 per werknemer
Een benchmark van het Ierse HR-adviesbureau Boundless laat zien wat Nederlandse werkgevers écht betalen bovenop het bruto jaarsalaris van een werknemer. Voor een softwareontwikkelaar met een salaris van €60.000 komen daar nog eens €17.000 aan werkgeverslasten bij — zoals werkgeversverzekeringen, sociale premies en fiscale verplichtingen. Dat brengt de totale jaarlijkse personeelskost op maar liefst €77.000. Slechts acht van de 36 onderzochte Europese landen lieten dit cijfer tot nu toe zien. Nederland zit dus aan de bovenkant van die lijst.
Zo zie je dat het zogenaamd gunstige vestigingsklimaat van Nederland in de praktijk stevig wordt getemperd door hoge werkgeverskosten.
Welke landen zijn goedkoper (en duurder)?
In landen als Roemenië zijn de totale werkgeversbelastingen veel lager; daar komt men uit rond €61.357 voor een vergelijkbare werknemer. Aan de andere kant voert Frankrijk de lijst aan, met totale kosten tot €95.303 per jaar. Italië volgt met ongeveer €88.326. Ook Noorwegen en Duitsland zijn goedkoper dan Nederland, ondanks hun vergelijkbare welvaartsniveau.
Hoe verhoudt het netto-inkomen zich?
Nederland blijft niet ongeschonden aan de belastingdruk — de werknemer zelf houdt ook relatief weinig over. Van hetzelfde €60.000 bruto blijft netto slechts €43.678 over. Daarmee staat Nederland op de twaalfde plek in Europa, wat laat zien dat zowel werkgevers als werknemers flink bijdragen.
Interessant genoeg is in Denemarken de werkgeversbijdrage stukken lager — maar daar krijgt de werknemer uiteindelijk ook veel minder netto overgehouden: ongeveer €36.518. De balans tussen werkgever- en werknemerslasten is dus key voor de concurrentiepositie.
Nederland in Europees perspectief: belastingdruk op arbeid
De zogenoemde ’tax wedge’ — het verschil tussen arbeidskosten en netto-inkomen — geeft een breed uitzicht op de lasten van arbeid. In 2024 blijkt Nederland met 26,9% tax wedge relatief gunstig: lager dan het EU-gemiddelde van circa 38,8%. Alleen Cyprus (23,3%) en Ierland (26,3%) scoren beter. Deze cijfers gaan specifiek over lage inkomens, en exclusief inkomstenbelasting of VAT.
Lees ook:
Toenemende lasten en overheidsinkomsten
Nederland steunt zwaar op belastingen en sociale premies als financieringsbron, met een belasting- en premiedruk van 40,2% van het bbp in 2021. Dat lag net onder het EU-gemiddelde van 41,7%.
Voor werkgevers is vooral de stijgende zorgpremie relevant: in 2024 leverden werkgevers hierin collectief zo’n €21,5 miljard. Dat is ruim 74% meer dan slechts een paar jaar eerder. De stijgende zorgkosten drukken daarmee direct op werkgeversbruto-lonen en daarmee ook op werkgeversbelastingen.
Waarom is dit belangrijk voor werkgevers én werknemers
- Concurrentiepositie: Hoge werkgeverslasten maken het duurder om personeel in te zetten, wat internationale vestiging minder aantrekkelijk maakt.
- Arbeidsmarkt: Een belastingsysteem dat zwaar drukt, kan flexibele arbeid en instroom belemmeren.
- Balans: Een gunstiger mix van lastenverdeling kan bijdragen aan een sterker ondernemersklimaat én hogere netto besteedbare inkomens.
Werkgeversbelastingen opvallend
Nederland behoort zonder twijfel tot de duurdere landen in Europa wat betreft werkgeversbelastingen — tot €17.000 extra per werknemer per jaar bovenop het bruto salaris. Tegelijk blijft de netto-uitkering van de werknemer niet hoog.
De ’tax wedge’ lijkt met 26,9% relatief concurrerend, maar die cijfers verbergen de totale lastendruk. Door de hoge zorgpremie en andere werkgeversbijdragen moet Nederland eerlijk beseffen dat de arbeidskosten aanzienlijk hoger zijn dan het bruto salaris doet vermoeden. Voor ondernemers, multinationals én beleidsmakers is het belangrijk om oog te hebben voor deze onzichtbare maar cruciale kostenpost.
