Hoewel de coronapandemie inmiddels achter ons ligt, kampen veel ondernemers nog dagelijks met de gevolgen ervan. De maandenlange lockdowns, steunmaatregelen en snel veranderende regels hebben diepe sporen achtergelaten. Eén daarvan: de openstaande belastingschuld die tijdens de crisis tijdelijk werd uitgesteld. Voor duizenden ondernemers voelt die schuld nog altijd als een zware last.
De nasleep van Corona
Van tijdelijke verlichting naar langdurige druk
Tijdens de coronajaren maakten ruim 400.000 ondernemers gebruik van de mogelijkheid tot belastinguitstel. In een periode waarin er nauwelijks inkomsten waren, bood deze regeling uitkomst. De overheid stelde in totaal voor 47 miljard euro aan betalingen uit — begrijpelijk gezien de omstandigheden.
Sinds oktober 2022 zijn deze ondernemers verplicht gestart met het aflossen van hun schuld, via een regeling die loopt tot oktober 2027. Vijf jaar klinkt overzichtelijk, maar in de praktijk blijkt het aflossen van deze schulden voor velen een complexe en stressvolle opgave.
De cijfers zijn confronterend
Begin april 2025 staat er nog altijd ongeveer 5,9 miljard euro aan coronaschuld open. Deze schulden zijn verspreid over ongeveer 120.000 ondernemers. Een aanzienlijk deel van deze groep heeft betalingsachterstanden. Sommige ondernemers hebben zelfs nog geen enkele aflossing gedaan sinds het begin van de regeling. De oorzaken variëren: financiële overmacht, gebrekkig overzicht, of simpelweg moedeloosheid.
Er is ondersteuning — mits je die weet te vinden
De Belastingdienst is zich bewust van de situatie en biedt verschillende aanpassingsmogelijkheden binnen de betalingsregeling:
- Verlenging van de aflossingstermijn van vijf naar maximaal zeven jaar;
- Een betaalpauze van maximaal zes maanden, bedoeld om ondernemers tijdelijk ademruimte te geven;
- De mogelijkheid om per kwartaal af te lossen, in plaats van maandelijks.
Daarnaast is het saneringsbeleid tijdelijk versoepeld. Waar de Belastingdienst voorheen een hogere uitkering eiste dan andere schuldeisers bij saneringsakkoorden, wordt nu genoegen genomen met een gelijk percentage. Een kleine, maar wezenlijke wijziging die voor sommige ondernemers het verschil kan maken tussen overleven en stoppen.
Regionale verschillen roepen vragen op
Opvallend — en voor velen frustrerend — is dat de uitvoering van deze maatregelen per regio lijkt te verschillen. Er zijn meldingen van ondernemers die snel en constructief worden geholpen, terwijl anderen nauwelijks gehoor krijgen. Een bloemist uit Zwolle kreeg binnen enkele dagen een akkoord op zijn saneringsverzoek. Een horecaonderneemster uit Rotterdam daarentegen, kreeg wekenlang geen duidelijkheid. Deze ongelijkheid in behandeling voedt onzekerheid en onbegrip.
Ondernemen vraagt om initiatief
Voor ondernemers die nog met openstaande coronaschulden worstelen, is het cruciaal om proactief te handelen. De Belastingdienst biedt ruimte, maar neemt zelden het eerste initiatief. Tijdig contact opnemen, het bespreken van opties en eventueel de hulp inroepen van instanties zoals de Kamer van Koophandel, Geldfit, of een financieel adviseur, kan veel problemen voorkomen.
Tot slot
Waar de coronaschuld voor sommige bedrijven een afgesloten hoofdstuk vormt, blijft het voor anderen een dagelijkse zorg. Hoewel het systeem verre van perfect is, bestaan er wel degelijk regelingen die kunnen helpen. Het vraagt om actie, overzicht en soms wat lef — maar het kan het begin zijn van financiële rust en hernieuwde focus op de toekomst.
Lees ook: Nieuwe belastingregels van 2025
