De verleidelijke leegte van oneindig scrollen
Het is ergens tussen je derde en vierde cappuccino. Je hebt een meeting in twaalf minuten. Je hebt drie e-mails nog niet beantwoord en iemand van HR vraagt in Slack om een reactie op het nieuwe vitaliteitsplan. Maar waar zit je? In een bubbel van kattenvideo’s, snelle recepten en iemand die uitlegt hoe je ‘je aura moet beschermen in een giftige werkomgeving’. TikTok. Even checken. Alleen even. En voor je het weet ben je tien minuten verder. Misschien vijftien.
Maar dat is geen toeval. TikTok is ontworpen om je vast te houden. Niet zoals een goed boek dat je in zijn greep krijgt, maar als een soort flitsend pretpark waarin je elke seconde wordt doorgeschud van emotie naar emotie. “Eerst lachen, dan huilen, dan ineens iets over Gaza, en daarna iemand die z’n hamster leert dansen.” Het is een cocktail van prikkels waar zelfs de beste therapeuten geen protocol voor hebben.
TikTok en de generatie zonder pauzeknop

Is deze generatie echt verslaafd? Of gewoon moe?
We zeggen vaak: “Die jeugd van tegenwoordig, altijd op hun telefoon.” Maar wie zat er gisterenavond nog een uur lang vastgoedvideo’s te kijken? Juist. En dat zegt iets.
TikTok is niet alleen populair omdat het ‘leuk’ is. Het is een ontsnapping. Voor een generatie die is opgegroeid in de nasleep van economische crises, klimaatpaniek, woningnood, prestatiedruk en nu ook AI-angst… is TikTok een veilige haven. Een digitale wachtkamer waar je niks hoeft, maar alles kunt. Zolang je maar blijft swipen.
We kunnen onszelf wijsmaken dat dit enkel “tijdverdrijf” is. Maar dat is net zoiets als zeggen dat je elke avond drie wijntjes drinkt “omdat het gezellig is”. De onderliggende reden is vermoeidheid. Geen luiheid. Geen domheid. Gewoon mentale overbelasting.
Performance als identiteit
Vroeger werd je pas beroemd als je iets kon. Nu is beroemd worden zélf het doel. TikTok is daar het perfecte podium voor.
Iedereen is een merk geworden. Jongeren van zestien gebruiken termen als “personal branding” en “niche audience” alsof ze geboren zijn met een marketingdiploma. Ze weten dat de eerste vijf seconden van hun video essentieel zijn. Dat je oogcontact moet maken. Dat de belichting ‘warm maar clean’ moet zijn.
Wat ooit begon als lol met dansjes is nu een prestatiecultuur op turbo. Je doet niet zomaar een verhaal – je bouwt een persona. Authentiek, maar dan wel zorgvuldig gecureerd. TikTok is niet langer een hobby. Het is werk. En werk maakt moe.
“Even snel nieuws checken” – maar dan in 20 seconden
Op TikTok leer je in 17 seconden wat het conflict in Oekraïne is. In 12 seconden hoe je een burn-out herkent. In 9 seconden dat je waarschijnlijk ‘neurodivergent’ bent. Het is fascinerend hoe het platform complexe onderwerpen verpakt als fastfood-informatie.
En je denkt: “Handig, ik blijf op de hoogte.” Maar eigenlijk consumeer je een illusie van kennis. Alsof je een boek openslaat, de inhoudsopgave leest, en denkt: “Ja hoor, ik snap ‘m.”
Wat is het gevolg? We worden empathischer en ongevoeliger tegelijk. We zien een video over een natuurramp, liken het, en swipen daarna door naar een tutorial over wenkbrauwgel. Het is geen onverschilligheid. Het is mentale kortsluiting.
Humor, memes en het verstoppen van pijn
Veel jongeren lachen zich door hun somberte heen. Dat lijkt gezond. Tot je ziet dat achter elke zelfrelativerende grap over depressie of ADHD een serie échte problemen schuilt. TikTok maakt mentale gezondheid bespreekbaar, absoluut. Maar het is ook een plek waar zelfspot soms het enige ventiel is.
Een populaire trend van een tijdje terug: mensen filmen zichzelf huilend, zetten er een ironisch muziekje onder en noemen het “raw content”. Het is tragikomisch. Tegelijk menselijk. Want soms wil je helemaal geen diepgaand gesprek. Je wil gewoon even gezien worden. En TikTok biedt die ruimte – in vijftien seconden.
Dus: moeten we stoppen met TikTok?
Nee. Het probleem is niet TikTok. Het probleem is dat het ons een spiegel voorhoudt. Eén die toont dat we moeilijk stil kunnen staan. Dat we zoeken naar verbinding, afleiding, expressie, erkenning – maar die vooral vinden in pixels.
Wat we ermee doen? Dat is aan ons.
Misschien is het tijd om af en toe te scrollen met iets meer bewustzijn. Of af te vragen waarom we blijven hangen bij bepaalde content. Wat triggert het? Wat missen we offline?
En als we dan tóch blijven scrollen – wat we hoe dan ook doen – laten we dan ook even stilstaan bij deze vraag:
Wat zegt jouw algoritme eigenlijk over jou?