Op een doodgewone dinsdag in juli gebeurde er iets wat je niet elke dag ziet op de beursvloer: een chipfabrikant – geen social media-gigant, geen iPhone-bouwer, geen oliekolos – maar een leverancier van grafische processors, tikte als eerste ter wereld de 4 biljoen dollar grens aan. Nvidia, een naam die vijf jaar geleden bij veel mensen nog vooral geassocieerd werd met gaming-pc’s, is nu officieel het meest waardevolle bedrijf op aarde.
Hoe kan zo’n specialistische techspeler ineens de kroon stelen van reuzen als Apple en Microsoft? En belangrijker nog: wat zegt dat over de koers van de wereldeconomie, de kracht van AI en de rol van Europa (of het gebrek daaraan) in het grote digitale schaakspel?
Nvidia is daarmee niet zomaar een techbedrijf meer. Het is het verhaal van dit moment. Of beter gezegd: van de toekomst.
Nvidia Rules the World
Van pixels naar planetaire macht
Dat Nvidia de kroon pakt is eigenlijk best bizar. Jarenlang werd het bedrijf voornamelijk gezien als hofleverancier van gamefanaten en nerds die hun pc wilden overklokken om Call of Duty vloeiender te laten draaien. Maar zie nu: de AI-revolutie – of beter gezegd: de AI-hausse – heeft Nvidia in het hart van alles geplaatst.
Hun chips, vooral de H100 en nu de B200, zijn onmisbaar geworden in de datacenters van Google, Amazon, Meta en noem ze maar op. Zonder Nvidia, geen ChatGPT, geen Midjourney, geen razendsnelle AI-analytics. De wereld draait op hun silicium.
Waar staat de rest?
Goed, Nvidia dus op nummer 1. Maar wie zijn de andere usual suspects in de top 10?
- Microsoft: $3.965 miljard (oké, nét onder de magische grens op het moment van schrijven).
- Apple: $3.100 miljard, ondanks een recent dipje dankzij gemiste AI-kansen.
- Amazon, Alphabet, Meta: allemaal boven de 1.900 miljard.
- Saudi Aramco: de enige niet-westerse oliegigant in de top 10.
- Broadcom, TSMC, Berkshire Hathaway: allemaal stevig boven de $1 biljoen.
En ja, Tesla is uit de top 10 gedonderd. Elon zal niet blij zijn.
Amerika heerst — maar waarom?
Laten we eerlijk zijn: het is bijna gênant hoe dominant de Verenigde Staten zijn in de lijst van 50 grootste bedrijven ter wereld. Maar liefst 34 bedrijven komen uit de VS. Van Visa en JPMorgan tot Netflix en Nvidia. Het lijkt alsof elke sector een Amerikaanse kampioen heeft.
Wat maakt dat land zo onweerstaanbaar aantrekkelijk voor beleggers? Eenvoudig: economische breedte. Ze hebben tech, olie, banken, e-commerce, AI, cloud, defensie, biotechnologie… noem iets, en er is een Amerikaans bedrijf dat wereldwijd marktleider is.
Een ander land met die mix? Bestaat niet.
En Europa dan?
Tja. De Europese droom blijkt op dit vlak vooral een bescheiden illusie. Slechts acht Europese bedrijven staan in de top 50. En dan moet je goed zoeken.
- SAP uit Duitsland: #28, met $339 miljard.
- ASML, ons Nederlandse trots: #37, met $285 miljard.
- Prosus, ook Nederlands, maar vaak vergeten: #48 met $245 miljard.
Laten we zeggen: we doen mee, maar dan wel met de tweede viool en ergens achterin het orkest.
AI is geen hype, het is infrastructuur
Nvidia’s kracht zit hem niet alleen in omzet of winstmarges. Sterker nog, hun jaaromzet van $130,5 miljard is peanuts vergeleken met Apple’s kwartaalverkoop van iPhones. Maar beleggers kijken verder dan kwartaalcijfers.
Wat Nvidia heeft, is strategische onmisbaarheid. Je hebt hun chips nodig om AI überhaupt mogelijk te maken. En laat AI nou net het toverwoord zijn voor alles wat telt in 2025.
Wil je generatieve AI draaien? Nvidia.
Wil je een zelfrijdende auto bouwen? Nvidia.
Wil je je concurrent voorblijven in machine learning? Drie keer raden.
“Verdient Nvidia die 4 biljoen dan écht?”
Eerlijk is eerlijk: als je puur kijkt naar winst of omzet, zou je zeggen van niet. Maar de beurs is geen prijs voor prestaties – het is een gok op de toekomst. En Nvidia staat nu eenmaal symbool voor het momentum waar we allemaal in zitten.
Toch, er zit ook een gevaar in. De verwachtingen zijn zó hooggespannen dat zelfs een kleine tegenvaller de lucht uit de ballon kan halen. Vraag dat maar aan Tesla. Of Zoom. Of Peloton.
Wat is het verschil tussen Nvidia en bijvoorbeeld ASML?
Een interessante vraag – eentje die wellicht in de boardrooms van Europa vaak gesteld wordt. ASML maakt immers de machines waarmee de beste chips ter wereld worden geprint. Waarom zijn zij dan niet $4 biljoen waard?
Het antwoord is simpel én complex. ASML is cruciaal in de productieketen, maar Nvidia zit in het eindproduct dat AI daadwerkelijk mogelijk maakt. Nvidia verkoopt niet het gereedschap – ze leveren het goud in de AI-goudkoorts.
Kleine voorspelling: dit is pas het begin
Als je denkt dat dit het hoogtepunt is, denk dan nog eens na. De AI-hausse staat pas in haar kinderschoenen. Bedrijven bouwen op dit moment complete nieuwe ecosystemen rond AI-modellen, van gezondheidszorg tot onderwijs, van logistiek tot defensie.
En Nvidia? Die staat in het midden van de dansvloer, met het populairste drankje in de hand.
Waarom zou dit jou wat kunnen schelen?
Of je nu belegger bent, ondernemer, of simpelweg iemand die z’n pensioen veilig wil stellen – wat er nu gebeurt op de beurs zegt iets over hoe de wereld verandert. Nvidia’s opmars is geen toeval. Het is een signaal. Van technologische verschuiving. Van economische machtsblokken. En van wat er écht toe gaat doen in de komende 10 jaar.
Als je wilt weten waar de wereld naartoe gaat, kijk dan naar waar het geld naartoe stroomt. En momenteel? Stroomt het recht de datacenters van Nvidia in.
