amalfi
Lifestyle

Ferrari onthult de Amalfi: geen revolutie, maar wel bloedmooi

2 juli
DoorMike
Mike

Mike schrijft duidelijke, scherpe en soms eigenwijze artikelen over alles wat er speelt in Nederland en soms het buitenland. Van opvallend nieuws en slimme tips tot wonen, werk, tech en meer. Geen wollige taal of lo…

Bekijk volledige bio

Ferrari heeft weer iets nieuws uit de mouw geschud. Nou ja, nieuw—de Ferrari Amalfi is officieel de opvolger van de Roma, maar wie even goed kijkt, ziet: dit is eerder een slimme evolutie dan een radicaal nieuw hoofdstuk. Denk Roma, maar dan met meer flair, een scherpere blik en, eerlijk is eerlijk, gewoon meer power.

Ferrari Amalfi
Ferrari Amalfi / Foto: Ferrari

Klassiek met een twist

Op het eerste gezicht oogt de Amalfi als een elegante Italiaanse coupe die je net zo goed kunt parkeren voor een Toscaanse wijnboerderij als voor een vijfsterrenhotel in Monaco. Maar vergis je niet: Ferrari heeft onderhuids behoorlijk gesleuteld. De voorkant is flink aangepakt. Nieuwe koplampen die wat meer priemen, een bredere luchtinlaat, en een motorkap die—met die powerdome—alsof hij zijn borst wat trotser vooruit steekt.

Die typische grille van de Roma? Die is passé. In plaats daarvan krijg je een modernere snuit, met extra luchtopeningen boven de koplampen. Klinkt technisch, maar in de praktijk: meer ademruimte voor de V8, en een nog agressievere blik als je in de binnenspiegel kijkt. Kleine spoiler: je gaat sowieso aan de kant.

Achterkant zonder schreeuwerigheid

De achterkant is subtieler aangepakt. De dubbele achterlichten zijn er nog steeds, maar Ferrari heeft er nu een soort ‘kapje’ boven gezet. Het effect? Strakker, gestroomlijnder, bijna minimalistisch. En het mooiste detail: geen schreeuwerige logo’s of teksten. Gewoon dat steigerende paard. Dat is genoeg. Een beetje zoals een maatpak zonder label—je ziet meteen dat het goed zit.

Binnenin: een digitale reset

Stap je in de Amalfi, dan valt meteen het nieuwe dashboard op. Alles is strakker, cleaner. Het infotainmentscherm zit lager dan bij de Roma, wat niet alleen mooier oogt maar ook fijner werkt. De middenconsole doet zelfs een beetje denken aan de ouderwetse Ferrari’s met handbak—je weet wel, die gloriedagen van vroeger. Alleen nu digitaal en hypermodern.

Wat ook opvalt: er is nu ook een scherm voor de bijrijder. Geen overbodige gimmick, maar echt iets wat bijdraagt aan de beleving. Stel je voor: je partner leest af hoe snel je gaat, terwijl jij doet alsof je netjes onder de 130 blijft. Pure samenwerking.

De motor: ouderwets brullen, moderner dan ooit

Onder de motorkap ligt nog altijd de 3,9-liter V8 met dubbele turbo. Een oude bekende, maar wel eentje die naar de sportschool is geweest. Hij levert nu 640 pk—da’s 20 meer dan voorheen. Koppel blijft 760 Nm, maar dankzij nieuwe turbo’s, aangepaste nokkenassen en een lichtere krukas is het hele blok feller, gretiger. Van 0 naar 100 km/u? In 3,3 seconden. En 200? Binnen 9 tellen. Tegen de tijd dat jij “Amalfi” zegt, zit je al aan de 320 per uur. Niet dat je dat op de A2 moet proberen.

En wat komt er nog?

De Spider komt er ook aan. Dat staat zo goed als vast. Een open versie van deze stijlvolle krachtpatser. Verwacht dezelfde prestaties, maar dan met wind door je haar—of, in mijn geval, tegen m’n kale knar.

Ferrari blijft Ferrari

Het is niet de eerste onthulling dit jaar—de 296 Speciale (A) kwam in april al even buurten—maar deze Amalfi voelt net wat emotioneler. Alsof Ferrari met een knipoog zegt: “We snappen dat je van stijl houdt, maar je wil ook af en toe 300 aantikken.” En eerlijk? Ze hebben geen ongelijk.

Relevante artikelen

Bekijk meer