De olieprijs is aan het kelderen. En dat is slecht nieuws voor veel olieproducerende landen, maar voor Rusland is het ronduit desastreus, zo meldt BNR. En eerlijk: dat is niet overdreven.
De kern van het probleem is pijnlijk eenvoudig. De helft van de Russische export bestaat uit olie. Niet gas. Niet graan. Olie. En als die prijs daalt, en tegelijkertijd je staatsbegroting voor 40 procent leunt op die inkomsten… tja, dan kun je de rekensom zelf maken. Of je laat ’t over aan het Russische ministerie van Financiën, dat het verwachte begrotingstekort voor dit jaar al heeft opgehoogd van een bescheiden 0,5% naar een aanzienlijk zwaardere 1,7% van het BBP.
Olie op het vuur voor Moskou
OPEC draait de kraan open — Rusland voelt de regen
De reden achter de daling? Nou ja, dat is een verhaal op zich. OPEC+, het oliekartel met onder andere Saudi-Arabië, heeft het roer omgegooid. Na jaren van gematigde productie — beetje krap houden om de prijzen lekker hoog te houden — is de kraan weer opengezet. Waarom precies? Het heeft iets te maken met “compenseren voor verloren marktaandeel”, of gewoon: cashen zolang het nog kan.
En dat terwijl sommige OPEC-landen zich überhaupt al niet aan hun productiequota hielden. Dus de markt was eigenlijk al overladen, en daar komt nu nog een schepje bovenop. Resultaat? Prijs naar beneden. Urals-olie, de Russische variant, bungelt ergens rond de $55 per vat. Ter vergelijking: Brent zit een stukje hoger. En die $55? Dat ligt zelfs onder het price cap van $60 die de G7 eerder oplegde om Poetins oorlogskas wat af te knijpen.
‘Ze hebben het ook niet makkelijk daar’
Lucia van Geuns van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies noemt het simpelweg “slecht nieuws” voor Rusland. Ze wijst erop dat Urals-olie altijd al wat goedkoper was, maar nu is het verschil echt problematisch. “En dat terwijl Rusland juist nú elke roebel nodig heeft,” zegt ze. “Militaire uitgaven, infrastructuur, compensaties… ze zitten in een dure fase.”
En het is niet zo dat ze daar in Moskou een magische geldprinter hebben. Oké, ze hebben het Nationale Welvaartsfonds, maar daar is al flink uit getapt. Dat potje is niet oneindig. Op een gegeven moment moet je kiezen: bommen of brood.
Maar wacht… de vraag naar olie blijft toch groeien?
Ja, dat is het wrange. Terwijl wij in het Westen druk zijn met warmtepompen en zonnepanelen, stijgt de wereldwijde vraag naar olie nog altijd. Vooral dankzij opkomende economieën in Azië en Afrika. OPEC blijft daarom optimistisch. Volgens Van Geuns zien ze de markt als “gezond”. En ergens heeft ze een punt: zolang wij massaal in vliegtuigen stappen en fabrieken in India op volle toeren draaien, blijft die vraag er gewoon.
Maar hoe lang nog? Economen wijzen erop dat de energie-intensiteit daalt. Of in normaal Nederlands: we doen meer met minder. Auto’s zijn zuiniger. Industrieën efficiënter. En de energietransitie, hoewel traag, is écht op gang. Brakman noemt het verschil met vroeger treffend: “In de jaren ’70 had OPEC de macht. Nu is de VS een grote speler. En wind en zon zitten ook niet stil.”
Krijgt Rusland de rekening gepresenteerd?
Dat lijkt onvermijdelijk. De olieprijs is nu ongeveer $65 per vat — net het kantelpunt waarop Amerikaanse schalie-olie nog nét winstgevend is. Rusland zit daar al onder. Tel daar de sancties bij op, de extra kosten om olie überhaupt te exporteren via omwegen (die ‘schaduwvloot’ is duur, hoor), en je krijgt een land dat financieel steeds harder moet rennen om niet te struikelen.
En dan is er nog de vraag hoe lang de vraag hoog blijft. Wat doet China? Die economie hapert al een tijdje. Komt er een wereldwijde recessie? Gaat Saoedi-Arabië nog meer pompen? OPEC+ hoopt dat leden zich aan afspraken gaan houden — maar dat is ongeveer even betrouwbaar als je huisgenoot die zegt dat hij deze keer écht de afwas doet.
Het voelt als déjà vu
Het voelt ergens als een herhaling van zetten. Rusland dat leunt op olie. De markt die verandert. En het Kremlin dat blijft inzetten op militaire bravoure in plaats van economische hervorming. Misschien gaan ze het redden, tijdelijk dan. Met noodgrepen. Met leningen. Met geld uit de spaarpot.
Maar op de lange termijn? Als de wereld écht minder olie wil, en Rusland alleen olie verkoopt, dan is het niet zozeer een drama — het is een verdwijntruc in slow motion.