Rotterdamse haven
Economisch

Rotterdamse haven gedomineerd door buitenlandse bedrijven: Wie heeft de macht in de haven?

3 maart

De Rotterdamse haven, ooit een bastion van Nederlandse handelsgeest, is nog slechts een schakel in de mondiale ketens van buitenlandse bedrijven. Uit onderzoek van het FD blijkt dat bijna 80% van de grond in Europa’s grootste haven in gebruik is bij buitenlandse bedrijven. Nederlandse bedrijven beheren slechts 22% van het gebied.

Wat betekent dit voor de toekomst van de haven? En hoe reëel zijn de ambities om de haven te verduurzamen? Volgens experts is de situatie zorgwekkend: “Rotterdam gaat de klimaatdoelen nooit meer halen.”

Rotterdamse haven in buitenlandse handen

Waar de Rotterdamse haven ooit een symbool was van Nederlandse handelsgeest en ondernemerschap, zijn het nu buitenlandse spelers die de touwtjes in handen hebben. Terminalbedrijven als DP World (Verenigde Arabische Emiraten) en Hutchison Ports (Hongkong) beheren strategische containerterminals. Ook rederijen zoals MSC (Zwitserland), Maersk (Denemarken) en CMA CGM (Frankrijk) bepalen grotendeels welke schepen waar en wanneer worden gelost.

Zelfs de iconische Euromax-terminal, ooit opgezet door ECT, een Nederlands bedrijf, is nu grotendeels in handen van het Chinese COSCO en de Taiwanese rederij OOCL. Dat betekent dat Nederlandse bedrijven steeds minder zeggenschap hebben over de logistieke en economische stromen in hun eigen haven.

Uit het onderzoek van het FD blijkt hoe groot de buitenlandse invloed is:

  • 93% van de 6000 hectare havengrond is in kaart gebracht.
  • Slechts 22% van de grond wordt gebruikt door Nederlandse bedrijven.
  • De petrochemische industrie en containeroverslag zijn grotendeels in handen van Amerikaanse, Chinese en Zwitserse bedrijven.
  • Twee van de vijf olieraffinaderijen zijn inmiddels overgenomen door internationale grondstoffenhandelaren.

Het patroon is duidelijk: Rotterdam wordt niet langer bestuurd vanuit Nederland, maar vanuit Houston, Hongkong en Shanghai.

Een verweesde haven: Nederlandse grip verdwijnt

De Rotterdamse haven dreigt een verweesde haven te worden, waarschuwen experts. Waar Nederlandse bedrijven historisch gezien een leidende rol speelden, zijn het nu buitenlandse concerns die de dienst uitmaken. Dit heeft verregaande gevolgen.

Verduurzaming komt in gevaar

De Nederlandse overheid streeft naar een transitie naar een niet-fossiele, duurzame en circulaire haven. Maar zonder controle over de grote industrieën is dit een illusie. Hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans is pessimistisch:
“Rotterdam gaat de klimaatdoelen niet halen. Buitenlandse bedrijven hebben geen emotionele binding met Nederland. Ze investeren pas in duurzaamheid als het hen financieel uitkomt.”

Dat blijkt ook uit recente ontwikkelingen:

  • Gunvor sloot zijn olieraffinaderij in Europoort, waarbij 150 mensen hun baan verloren.
  • BP en ExxonMobil, twee van de grootste CO₂-uitstoters, overwegen investeringen te verplaatsen naar de VS, waar energieprijzen lager zijn en de overheid wél meewerkt.
  • Shell, dat wél Nederlandse wortels heeft, blijft investeren in de haven. Maar andere energiebedrijven tonen minder betrokkenheid.

Bovendien is het concurrentievoordeel van Nederland op het gebied van energie steeds verder aan het afnemen. Uit een onderzoek van Aurora Energy Research blijkt dat de netwerktarieven in Nederland in 2030 naar verwachting vijftien keer zo hoog zullen zijn als in Frankrijk en zes keer zo hoog als in Duitsland. Dit maakt Rotterdam een minder aantrekkelijke locatie voor energie-intensieve industrieën en kan de investeringen in verduurzaming verder onder druk zetten.

Buitenlandse bedrijven melken de haven uit

Veel buitenlandse concerns hanteren een “sweating the assets”-strategie: ze persen de laatste waarde uit hun installaties, zonder in nieuwe technologieën te investeren. Zodra een raffinaderij of fabriek niet langer winstgevend is, verplaatsen ze de productie naar goedkopere locaties.

  • Rotmans waarschuwt dat de Rotterdamse haven binnen tien jaar in een crisis kan belanden.
  • “De petrochemische industrie is noodlijdend. Bedrijven houden het uit op sentiment, maar economisch heeft het geen zin meer. Zonder ingrijpen stort het hele model in.”

China’s opmars: Rotterdam als pion in geopolitiek schaakspel

De containeroverslag is nog altijd een groeimarkt, maar ook hier is de controle grotendeels in buitenlandse handen. Vooral Chinese staatsbedrijven zoals COSCO en Hutchison Ports hebben grote belangen in Rotterdam.

COSCO-containerschip wordt geladen door portaalkranen in de ECT Shipping Terminal in de haven van Rotterdam

Chinakenner Frans-Paul van der Putten ziet een duidelijke strategie:
“China bouwt een wereldwijd logistiek netwerk. Rotterdam is slechts een onderdeel van hun grotere plan. Ze investeren in duurzaamheid, maar alleen als het hun concurrentiepositie niet schaadt.”

De Amerikaanse overheid bekijkt deze invloed met argusogen. Waar Nederland in de jaren ’90 nog enthousiast Chinese investeerders verwelkomde, is de stemming inmiddels omgeslagen. Volgens Van der Putten moet Nederland niet naïef zijn, maar zich ook realiseren hoe afhankelijk het inmiddels is van Chinese handel.

Ondertussen verdedigt Boudewijn Siemons, directeur van Havenbedrijf Rotterdam, de situatie:
“De havengrond is nog steeds van ons. De bedrijven pachten de grond en betalen havengeld. Dat geeft ons formele macht.”

Toch is de realiteit dat economische beslissingen over Rotterdam steeds vaker elders worden genomen.

Stikstof, regelgeving en vertrekkende bedrijven

Ondertussen worstelen Nederlandse bedrijven met steeds striktere regelgeving. Havenwethouder Robert Simons (Leefbaar Rotterdam) telt zo’n 300 projecten die stilliggen door stikstofregels. Minister Sophie Hermans (VVD) overweegt een versoepeling, maar op korte termijn blijven de obstakels groot.

Uit de Monitor Ondernemersklimaat 2024 blijkt dat:

  • Eén op de drie multinationals overweegt Nederland te verlaten.
  • Nieuwe investeringen gaan vaker naar goedkopere landen.
  • Na Shell en Unilever dreigt een nieuwe uittocht van grote bedrijven.

Volgens investeerder Peter Goedvolk mist de Rotterdamse haven Rotterdamse pioniers en havenbaronnen die durven te investeren.

Kan Rotterdam zijn positie nog redden?

Ondanks de zorgen is er nog enige hoop. Haveneconoom Kuipers wijst op een aantal duurzame projecten, zoals:

  • Porthos CO₂-opslag, om broeikasgassen onder de Noordzee op te slaan.
  • De Delta Rhine Corridor, een pijplijn voor waterstoftransport naar Duitsland.
  • Biobrandstoffenfabrieken van Shell en Neste (hoewel de bouw daarvan tijdelijk stilligt).

Maar de concurrentie neemt toe. Rotterdam stond ooit in de top van grootste havens ter wereld, maar is inmiddels ver achter Chinese havens gezakt.

Wie bepaalt de toekomst van de Rotterdamse haven?

De Rotterdamse haven blijft een cruciale economische hub, maar Nederland heeft steeds minder controle over de besluitvorming en investeringen.

  • Buitenlandse bedrijven domineren de haven.
  • De energietransitie wordt ernstig belemmerd.
  • Grote bedrijven overwegen hun vertrek uit Nederland.
  • China en de VS zien de haven als een strategisch schaakstuk.
  • Stijgende netwerktarieven maken Nederland minder aantrekkelijk voor industrieën.

Als Nederland de regie over de haven wil behouden, zijn drastische maatregelen nodig. Striktere investeringsregels, meer stimulansen voor verduurzaming en een lange-termijnstrategie voor economisch behoud zijn essentieel.

Zonder ingrijpen dreigt Rotterdam af te glijden tot een haven waarin Nederland slechts toeschouwer is van beslissingen die elders worden genomen.

Relevante artikelen

Bekijk meer